Omschrijving
Voor een gezonde leef- en werkomgeving is het noodzakelijk dat aan ruimten frisse lucht, zuurstof, regelmatig wordt toegevoegd. Met de positieve ontwikkeling in de bouw om goed te isoleren zijn we daarentegen wel de oude kieren en gaten kwijtgeraakt, die als vanzelf garant stonden voor de toevoer van verse lucht. Die toevoer van lucht was voorheen niet te reguleren, nu is die volledig op onze behoefte af te stellen, met één swipe op de App.
Maar ventilatiesystemen komen in vele typen en vormen. Denk bijvoorbeeld aan vraaggestuurde ventilatie, gebalanceerde ventilatie, centrale of decentrale ventilatie, mechanische ventilatie. En daarbij sluit het een het andere niet uit. In deze Basiskennis tref je een kort overzicht aan van de verschillende ventilatiesystemen op de markt, met links naar artikelen die informatie geven over een specifiek ventilatiesysteem.
Meteen een product vinden? >> Ventilatie-installaties op NBD-Online |
Kenmerken
- Ventilatiesystemen A, B, C en D;
- Centrale versus decentrale ventilatie;
- Vraaggestuurde ventilatie;
- Gebalanceerde ventilatie;
- Centrale luchtbehandeling.
Referentienummers
- Ventilatie-installaties
- (57) Luchtbehandelingsvoorzieningen
- 61.00 ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties, 22.85 kanaaltoebehoren en ventilatievoorzieningen (metselwerk)
- Vraaggestuurde ventilatie, Centrale luchtbehandeling, Ventilatiesysteem D, Gebalanceerde ventilatie
Samenstelling
Ventilatiesystemen A, B, C, D (NEN 1087)
In de NEN 1087 en NPR 1088 worden de ventilatiesystemen A-B-C-D onderscheiden: van volledig natuurlijke (A) naar volledig mechanische ventilatie (D).
A. Natuurlijke ventilatie
B. Mechanische toevoer en natuurlijke afvoerventilatie
C. Natuurlijke toevoer en mechanische afvoerventilatie
D. Mechanische ventilatie
Lees meer over de specificaties per verschillend systeem in Basiskennis Installaties Ventilatiesystemen A, B, C, D (NEN 1087). Daarin is ook terug te lezen hoe in de praktijk de klassieke NEN 1087-indeling aan het vervagen is en er mengvormen ontstaan zoals decentrale gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning en hybride systemen waarin natuurlijke en mechanische ventilatie gecombineerd wordt.
Centrale versus decentrale ventilatie
Als gesproken wordt van centrale ventilatie, dan wordt bedoeld dat vanuit één plek in het huis de ventilatie van de vertrekken wordt aangestuurd. Spreekt men van decentrale ventilatie, dan wordt bedoeld dat elk vertrek afzonderlijk wordt geventileerd. Met gebalanceerde ventilatie daarentegen wordt de ventilatie vanuit één centrale unit aangestuurd, maar kunnen de vertrekken elk hun eigen schakelaar hebben en worden dus onafhankelijk van elkaar geventileerd. Hierover lees je meer in het artikel Centrale en decentrale ventilatie.
Gebalanceerde ventilatie
Ventilatiesysteem D wordt ook wel gebalanceerde ventilatie genoemd, ook wel Balansventilatie. De naam maakt het principe al duidelijk, gebalanceerde ventilatie brengt de aanvoer en afvoer van de lucht in huis met elkaar in balans. Met dit ventilatiesysteem wordt lucht mechanisch afgevoerd én mechanisch aangevoerd en is zowel centraal als decentraal uit te voeren.
Luchtbehandeling
Bij mechanische ventilatie wordt in kantoorgebouwen de lucht centraal geconditioneerd (ventilatiesysteem D, gebalanceerde ventilatie) en wordt gesproken van centrale luchtbehandeling. Vaak wordt de lucht zo geconditioneerd dat deze naast verse lucht, ook een bijdrage levert aan de warmte- en vochthuishouding van het gebouw. Hiervoor worden luchtbehandelingskasten op het dak geplaatst, een plek waar verse lucht aangezogen kan worden. De kasten kunnen ook inpandig worden opgesteld, waar ze met open roostergevels ook in verbinding staan met de openlucht.
Vraaggestuurde ventilatie
Bij ventilatiesystemen met een mechanische component is het mogelijk om vraaggestuurde ventilatie toe te passen op basis van personendetectie, vochtdetectie en/of CO2-detectie. Sensoren detecteren de lucht in de ruimten op het aanwezige vochtgehalte en/of CO2-gehalte. Als het standaard ingestelde niveau wordt overschreden, wordt het ventilatiesysteem ingeschakeld. Dan worden de roosters geopend en schakelt de ventilator in, waardoor het teveel aan vocht of CO2 in de lucht automatisch wordt weggeventileerd. Als de luchtkwaliteit weer op niveau is, schakelt het systeem zichzelf weer uit.
Een product vinden? >> Ventilatie-installaties op NBD-Online |
Prestaties
Akoestische eigenschappen van ventilatie
Geluidproductie
In heb Bouwbesluit artikel 3.7 wordt voor woonfuncties, kinderopvang en onderwijsfuncties voor o.a. een mechanisch ventilatiesysteem en een warmwatertoestel een bepaald karakteristiek geluidsniveau van ten hoogste 30 dB(A) vastgesteld, bepaald volgens NEN 5077. Omdat er steeds krachtiger systemen worden opgenomen om aan de EPC-normen te voldoen, wil men met het voorschrift voorkomen dat de ventilatie wordt uitgeschakeld, omdat die een te hoge geluidsproductie zou hebben, waardoor er een ongezond binnenklimaat kan ontstaan.
De geluidproductie van de ventilatiesystemen hangt af van de gebruikte ventilatoren, en eventueel van de toepassing van een warmtewiel. Aan de hand van de door de leverancier verstrekte gegevens kan worden nagegaan of er maatregelen genomen moeten worden tegen eventuele geluidsoverlast.
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen het geluid dat via de sectiewanden doordringt tot de opstellingsruimte en het geluid dat door de ventilatoren naar de kanalen wordt gevoerd. Er moet niet alleen worden gelet op het geluid dat via toevoerluchtkanalen tot de ruimten doordringt, maar ook op het geluid dat via de retourkanalen die ruimten bereikt. Verder dient er voor te worden gezorgd dat het geluid, dat via de aanzuigroosters voor buitenlucht naar buiten doordringt, niet hinderlijk is voor de omgeving.
Het geluid dat door de kast in de opstellingsruimte wordt geproduceerd hoeft in het algemeen niet gedempt te worden ten behoeve van de daarin werkende personen, omdat die slechts incidenteel en dan voor korte tijd in de ruimte komen. Wel dient gelet te worden op geluidsoverdracht naar aangrenzende ruimten en de buitenlucht. Aan de hand van gegevens van de fabrikant en de NEN 1070 kan bepaald worden welke eisen men aan de wanden, de vloer en het dak van de opstellingsruimte moet stellen. Ook is de opstelling van de kast op trillingsdempers soms nodig om contactgeluid via de vloer te vermijden.
Referenties
Geraadpleegde publicaties
Jellema Deel 6B, Installaties Werktuigbouwkundig
Deutsches Institut für Normung
NVKL Branchevereniging voor luchtbehandeling en koudetechniek
Normen
NEN 1010 | Elektrische installaties voor laagspanning - Nederlandse implementatie van de HD-IEC 60364-reeks |
NEN 1070 | Geluidwering in gebouwen - Specificatie en beoordeling van de kwaliteit |
NEN 1087 | Ventilatie van gebouwen - Bepalingsmethoden voor nieuwbouw |
NEN 2322 | Technische tekeningen - Symbolen voor warmte- en luchttechnische installaties |
NEN 5067 | Koellastberekening voor gebouwen |
NEN 5077 | Geluidwering in gebouwen - Bepalingsmethoden voor de grootheden voor geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidniveaus veroorzaakt door installaties en nagalmtijd |
Wenken, voorschriften
NPR 1088 | Ventilatie van woningen en woongebouwen - Aanwijzingen voor en voorbeelden van de uitvoering van ventilatievoorzieningen |
NPR 5070 | Geluidwering in woongebouwen - Voorbeelden van wanden en vloeren in steenachtige draagconstructies |
NTR 5076 | Installatiegeluid in woningen en woongebouwen |