Basiskennis Installaties: Vraaggestuurde ventilatie

Basiskennis Installaties, vraaggestuurde ventilatie ventileert pas als het echt nodig is 

Omschrijving

In oudere woningen die nog niet gerenoveerd zijn, wordt als vanzelf geventileerd door alle naden en kieren. Maar dat moeten we beschouwen als ongewenste infiltratie en dát valt niet bepaald in de categorie gecontroleerde of 'vraaggestuurde ventilatie'. Zonder dat we het willen blijven die naden en kieren 'ventileren' en misschien nog wel erger, er gaat ook een hoop warmte door verloren. Het controleren van die warmte, waar een hele hoop kostbare energie in wordt gestoken, gaat het beste met vraaggestuurde ventilatie. Dat betekent dat woningen kierdicht worden opgeleverd of gerenoveerd en dat het ventilatiesysteem op basis van bv. het vochtgehalte of het CO2-gehalte of VOC-gehalte (geurtjes) in de lucht pas gaat ventileren.

Meteen een product vinden? >> Vraaggestuurde ventilatie op NBD-Online

Kenmerken

  • Bewoners hebben ineens ventilatiegeluid en/of buitengeluid;
  • Combineer het ventilatiesysteem daarvoor met geluiddemping.

Referentienummers


Samenstelling

Systeemopbouw van vraaggestuurde ventilatie

Ventilatiesystemen met mechanische componenten (systemen B, C en D volgens NEN 1087) maken het mogelijk om vraaggestuurd te ventileren op basis van:

  • CO2-detectie, en/of;
  • Vochtdetectie;
  • VOC-detectie (geur).

Sensoren detecteren de lucht in de ruimten op het aanwezige CO2-gehalte, vochtgehalte en/of VOC (vluchtige organische componenten, oftewel geurdetectie). Als het standaard ingestelde niveau wordt overschreden, gaat het ventilatieniveau in de betreffende ruimte van de minimumstand naar een verhoogde stand. Dan worden de roosters geopend en schakelt de ventilator op, waardoor het teveel aan vocht of CO2/geurtjes in de lucht automatisch wordt weggeventileerd. Als de luchtkwaliteit weer op niveau is, schakelt het systeem zichzelf weer terug naar de minimale stand.

DCV (demand controlled ventilation)

Vraaggestuurde ventilatiesystemen worden ook wel DCV (demand controlled ventilation) genoemd. Daarmee wordt eigenlijk hetzelfde gezegd als hierboven is uitgelegd: deze ventilatiesystemen maken het mogelijk om de ventilatie aan de hand van het gebruik per ruimte te regelen. De temperatuur, het vochtniveau en/of CO2/VOC-niveau worden door middel van sensoren gemeten en op basis van die metingen wordt het ventilatiesysteem automatisch naar behoefte ingeschakeld.

Elementopbouw van vraaggestuurde ventilatie

Vraaggestuurde ventilatiesystemen kunnen worden opgebouwd uit de volgende componenten, afhankelijk van het gekozen systeem (B, C of D):

  • Een centrale ventilatie-unit, voorzien van of uitgebreid met sensoren voor CO2, vocht en/of een VOC;
  • Lokale toevoerroosters (systeem C), zoals glasroosters, kozijnroosters, kalfroosters, deurroosters, muurroosters, susroosters en suskasten;
  • Eventueel gecombineerd met textielzonwering (geldt voor de kozijnroosters);
  • Bedieningspanelen, waarmee detectie bv. op de nachtstand gezet kan worden.
Een product vinden? >> Vraaggestuurde ventilatie op NBD-Online 

Vorm en afmeting

Afmetingen van vraaggestuurde ventilatie

De volgende afmetingen kunnen bij benadering worden aangehouden voor de componenten:

  • Centrale ventilatie-unit: 480 x 480 x 195 mm;
  • Kalfroosters: 105 x 165 mm;
  • Buizen/kanalen: Ø125 mm of plat-ovaal, met beperktere hoogte maar zelfde debiet;
  • Muurdempers: 285 x 270 x 107 mm (buislengte 300 mm, buisdiameter Ø200 mm).

Voor de exacte afmetingen van de componenten, raadpleeg de informatie van de leveranciers.


Prestaties

Akoestische eigenschappen van vraaggestuurde ventilatie

Geluidproductie

In het Bouwbesluit en NEN 1087 zijn alleen voor woonfuncties, kinderopvang en onderwijsfuncties eisen opgesteld ten aanzien van de maximale geluidsbelasting die mechanisch geregelde ventilatiesystemen mogen geven. Omdat er steeds krachtiger systemen worden opgenomen om aan de EPC-normen te voldoen, wil men met het voorschrift voorkomen dat de ventilatie wordt uitgeschakeld, omdat die een te hoge geluidsproductie zou hebben, waardoor er een ongezond binnenklimaat kan ontstaan.

Er moet onderscheid worden gemaakt tussen het geluid in de opstellingsruimte zelf, geluid dat via de sectiewanden doordringt vanuit de opstellingsruimte en het geluid van de ventilatorunit dat door de kanalen naar de geventileerde ruimtes wordt gevoerd. Er moet niet alleen worden gelet op het geluid dat via toevoerluchtkanalen (systeem D) tot de ruimten doordringt, maar ook op het geluid dat via de retourkanalen die ruimten bereikt. Verder dient er voor te worden gezorgd dat het geluid, dat via de aanzuigroosters voor buitenlucht, alsmede de afvoerroosters en dakdoorvoer naar buiten doordringt, niet hinderlijk is voor de omgeving.

Aan de hand van gegevens van de fabrikant en de NEN 1070 kan bepaald worden welke eisen men aan de wanden, de vloer en het dak van de opstellingsruimte moet stellen. Ook is de opstelling van de kast op trillingsdempers soms nodig om contactgeluid via de vloer te vermijden. Door de  ventilator op een zware wand te bevestigen of juist op een flexibel licht wandje, kunnen hinderlijke trillingen ook worden vermeden.

Verder kan het een ventilator op gelijkstroom in plaats van op wisselstroom het geluidsniveau met 4-5 dB(A) verlagen.

Door een ventilatiesysteem goed in te regelen, wordt voorkomen dat de ventilator op vol vermogen wordt gezet en dat bij de ventielen onnodig stromingsgeluid ontstaat. Hiermee kan ook 10-15 dB(A) gewonnen worden. Een vraaggestuurd ventilatiesysteem draait gemiddeld op een lager toerental dan een ventilatiesysteem dat permanent het nominaal debiet ventileert, waardoor vraaggestuurde ventilatie stiller is dan een gewoon ventilatiesysteem.

Geluidsisolatie

Het moet voorkomen worden dat geluid van buiten via aanvoerventielen die in direct contact staan met de buitenlucht op hinderlijk niveau kunnen binnendringen. Het is afhankelijk van de locatie welke maatregelen nodig zijn. Er zijn veel geluiddempende kozijnroosters en suskasten op de markt, die van 36 tot 54 Dne,A geluiddemping bieden (zie hieronder). Ook geluidsoverdracht via de afvoerventielen (intern) dient voorkomen te worden.

Met slangdempers kan er ongeveer 10 dB(A) per meter worden geïsoleerd. Ze moeten zo dicht mogelijk bij de ventilator worden opgenomen in de kanalen. Slangdempers kunnen zowel in aanvoer- als in afvoerkanalen opgenomen worden.

Gassen, vloeistoffen, vaste stoffen bij vraaggestuurde ventilatie

Capaciteit
  • Suskasten: 11,2 - 28,9 dm3/s (dempingswaarden gehaald tot 54 Dne,A);
  • Glas- , kalf- of susroosters: 15,9 - 28,6 dm3/s (dempingswaarden gehaald tot 36 Dne,A);
  • Muurrooster/muurdemper: 9,0 - 16,6 dm3/s (dempingswaarden gehaald tot 47 Dne,A).

Toepassing

Toepassing van vraaggestuurde ventilatie

Vraaggestuurde ventilatie waarbij wordt gedetecteerd op het vochtgehalte of het CO2-gehalte of VOC-gehalte (geurtjes) in de lucht past bij duurzaam bouwen en renoveren, voor zowel woningbouw als utiliteitsbouw, bijvoorbeeld in scholen of kantoren. Deze systemen worden uitsluitend ingeschakeld als daartoe aanleiding is en werken daardoor energiebesparend.

Een product vinden? >> Vraaggestuurde ventilatie op NBD-Online 

Ontwerpdetails van vraaggestuurde ventilatie

De aansluitingen tussen de sensoren (tenzij de geïntegreerd in de ventilatie-unit), de centrale ventilatie-unit en roosters hebben elektriciteit nodig. Ook moet worden worden gerekend op kanalen met een diameter van Ø125 mm, die van de centrale ventilatie-unit naar de ruimtes lopen. Omdat de centrale ventilatie-unit meestal op de zolder wordt geïnstalleerd, wordt er vaak een centrale leidingschacht opgenomen voor het leidingwerk.

Voor de inpassing van glasroosters of kalfroosters zijn de exacte maten van de roosters erg belangrijk voor de uiteindelijke maatvoering van de kozijnen en de beglazing. De maten en eventueel CAD-tekeningen zijn vaak bij leveranciers op te vragen.


Onderhoud

Bediening van vraaggestuurde ventilatie

Voordat u intrekt in uw woning of pand moet het ventilatiesysteem goed ingeregeld zijn. Het is gebruikelijk dat door de leverancier van de ventilatie-unit of de luchtbehandelingskast of door het installatiebedrijf een onderhouds- en gebruiksvoorschrift wordt geleverd.

Ventilatiesystemen kunnen bij vocht- en CO2/VOC-detectie vaak ook nog handmatig worden bijgeregeld, waarbij los van de detectie op een gewenst moment de ventilator op hogere stand draait. Verder worden de bedieningspanelen met batterijen of met zwakstroom gevoed.

Veel systemen zijn tegenwoordig digitaal te bedienen. Sommige fabrikanten leveren bij hun ventilatiesystemen App's aan, waarmee een ventilatiesysteem met een smart phone bediend kan worden.

Onderhoud van vraaggestuurde ventilatie

Het onderhoud van (vraaggestuurde) ventilatie bestaat in hoofdzaak uit:

  • Controleren van de vervuilingsgraad van de filters en zo nodig reinigen of vervangen;
  • Controleren van de ventilator;
  • Controleren van de goede werking van alle beweegbare delen, enz;
  • Controleren van de goede werking van de regel- en meetapparatuur;
  • Controleren van afdichtingen op lekkage.

Referenties

Geraadpleegde publicaties

Jellema Deel 6B, Installaties Werktuigbouwkundig

Deutsches Institut für Normung

NVKL Branchevereniging voor luchtbehandeling en koudetechniek

Voormalig SBRCURnet

Bouwbesluit

Normen

NEN

NEN 1010

Elektrische installaties voor laagspanning - Nederlandse implementatie van de HD-IEC 60364-reeks

NEN 1070  

Geluidwering in gebouwen - Specificatie en beoordeling van de kwaliteit

NEN 1087

Ventilatie van gebouwen - Bepalingsmethoden voor nieuwbouw

NEN 2322

Technische tekeningen - Symbolen voor warmte- en luchttechnische installaties

NEN 5067

Koellastberekening voor gebouwen

NEN 5077

Geluidwering in gebouwen - Bepalingsmethoden voor de grootheden voor geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidniveaus veroorzaakt door installaties en nagalmtijd

Wenken, voorschriften

NPR 1088

Ventilatie van woningen en woongebouwen - Aanwijzingen voor en voorbeelden van de uitvoering van ventilatievoorzieningen

NPR 5070          

Geluidwering in woongebouwen - Voorbeelden van wanden en vloeren in steenachtige draagconstructies

NTR 5076

Installatiegeluid in woningen en woongebouwen

NBD-Online gebruikt cookies om bepaalde voorkeuren te onthouden en af te stemmen op uw vakmatige interesse. Meer informatie