Omschrijving
Draagbare brandblussers zijn blusapparaten, die met de hand worden gedragen en bediend en gebruiksklaar geen grotere massa hebben dan 20 kg.
De brandblussers worden hoofdzakelijk onderscheiden naar de toegepaste blusstof: waterblussers, schuimblussers, poederblussers, koolzuursneeuwblussers.
Meteen een product vinden? Zwaarder geschut nodig? |
Kenmerken
- Waterblusser;
- Schuimblussers;
- Poederblussers;
- Koolzuursneeuwblussers.
Referentienummers
- Brandbestrijding
- (65) Beveiligingsinstallaties
- 54.00 brandbestrijdingsinstallaties
- Waterblusser, Koolzuursneeuwblusser, Schuimblusser, Poederblusser
Samenstelling
Systeemopbouw van brandblussers
Een draagbare brandblusser is een apparaat, dat een blusstof bevat, die door middel van een inwendige overdruk kan worden uitgedreven en op een brand kan worden gericht. Deze inwendige overdruk kan vanaf het vullen van het toestel permanent aanwezig zijn, dan wel kort voor het gebruik van het toestel ontstaan als gevolg van een chemische reactie of door het vrijlaten van een gas uit een tot het toestel behorende drukhouder.
Brandblussers zijn voornamelijk gekenmerkt door de aard en de hoeveelheid blusstof die zij bevatten. De blusstof is het geheel aan stoffen, waarmee het blustoestel is gevuld en die door hun werking de blussing bewerkstelligen.
Door het verspreiden van sommige blusstoffen wordt het brandobject gekoeld en wordt zijn temperatuur zodanig verlaagd, dat er geen brandbare gassen meer ontstaan; andere blusstoffen vormen op het brandobject een laag, waaruit vlamdovende gassen vrijkomen resp. een laag, die de toevoer van zuurstof tot de brand hindert.
Een brandblusser vinden? >> Poederblussers op NBD-Online |
Elementopbouw van brandblussers
Draagbare brandblussers bestaan uit:
- Blusmiddeltank.
- Blusstof.
Een blusmiddeltank is voorzien van:
- bedieningselement met een beveiliging tegen het ongewild in werking treden;
- opening- en/of spuitmechanisme met afsluitinrichting;
- slang met koppeling (wordt toegepast bij de grotere blussers, maar is ook mogelijk bij kleinere blussers vanaf 2 kg);
- bluspistool of sneeuwkoker (voor koolzuurblussers);
- manometer;
- drukpatroon (voor toestellen die niet permanent onder druk staan);
- vulopening met drukontlastingsinrichting voor het vullen of hervullen van het blustoestel (met uitzondering van die met vloeibaar gas als blusstof);
- draagbeugel.
De blusstof waarmee het blustoestel is gevuld wordt uitgedrukt in volume-eenheden (liters) als het blustoestel met water of een waterige oplossing is gevuld; in alle andere gevallen wordt de vulling uitgedrukt in massa-eenheden (kg). Momenteel worden de volgende brandblussers onderscheiden:
- Schuimblussers (al of niet onder permanente druk);
- Poederblussers (al of niet onder permanente druk);
- Koolzuursneeuw (CO2)blussers (uitsluitend onder permanente druk);
- Aerosolblussers (uitsluitend onder permanente druk).
Materiaal van brandblussers
De blusmiddeltank bestaat uit staal, aluminium of composiet, terwijl voor de andere onderdelen van de brandblussers staal, messing, rubber en/of kunststof worden gebruikt.
Als vulling van de brandblussers worden de volgende blusstoffen gebruikt:
- Schuimblussers: FFF en AFFF (Aqueous Film Forming Foam), sluit toevoer van zuurstof af, is elektrisch geleidend;
- Poederblussers: poeders op basis van zouten werken vlamdovend en zijn elektrisch niet geleidend, enkele soorten poeder zijn:
- PG-poeder in het algemeen op basis van ammoniumsulfaat en ammoniumfosfaat;
- GC-poeder in het algemeen op basis van natriumbicarbonaat en kaliumbicarbonaat;
Ook worden poederblussers wel naar de brandklasse vernoemd waarvoor ze geschikt zijn:- ABC-poeder op basis van ammoniumfosfaat en ammoniumsulfaat;
- BC-poeder op basis van natriumbicarbonaat en kaliumsulfaat;
- D-poeder bestaat uit natriumchloride.
- Koolzuursneeuwblussers: koolzuur (CO2) werkt vlamdovend, is niet elektrisch geleidend;
- Aerosolblussers: op basis van kalium, dooft beginnende brand. De toepassing van deze blusser moet met een attest volgens BRL-K23001 worden aangegeven.
De vulling van een blustoestel moet een bluseffect opleveren dat aan de omschreven minimale eisen voldoet van Rijkstypekeur.
Toebehoren van brandblussers
Nagenoeg altijd worden draagbare brandblussers geleverd met de daarbij behorende ophangbeugel. De ophangbeugels dienen te voldoen aan de gestelde eisen in Rijkstypekeur. Voor bepaalde typen zijn speciale beugels leverbaar voor montage in of op vrachtwagens, tankwagens en andere voertuigen.
Vorm en afmeting
Vorm van brandblussers
De blusmiddeltank van de meeste brandblussers is cilindrisch gevormd.
Afmetingen van brandblussers
Er bestaan hiervoor geen wettelijke voorschriften en normen.
Gewicht van brandblussers
Brandblussers mogen in gevulde staat een massa hebben van ten hoogste 20 kg.
Betreffende de nominale vulling van draagbare brandblussers zijn de volgende producten op de markt:
Blusmiddel | Inhoud |
Water | 3; 6 of 9 liter |
Schuim (FFF of AFFF) | 1; 2; 3; 6; 9 of 12 liter |
Poeder | 1; 2; 3; 6; 9 of 12 kg |
Koolzuursneeuw | 2 of 5 kg |
Aerosol | 0,4; 0,6 l; 0,64 kg |
Kleur van brandblussers
In NEN-EN 3 is vastgelegd dat de kleur van een blustoestel rood dient te zijn (RAL 3000). Kleuren van veiligheidstekens volgens NEN 3011 mogen worden gebruikt.
Prestaties
Productsterkte van brandblussers
De drukvastheid van brandblussers moet voldoen aan het Besluit draagbare brandblussers 1997.
Explosie van brandblussers
Sommige brandblussers kunnen exploderen, als deze bijvoorbeeld als gevolg van intensieve zonbestraling tot temperaturen boven +60°C worden verwarmd.
Bestandheid van brandblussers
Gassen, vloeistoffen, vaste stoffen
Brandblussers moeten bestand zijn tegen uitwendige corrosie en tegen inwendige corrosie. Bij toepassing van brandblussers in een agressief milieu is het raadzaam de leverancier te raadplegen.
Thermische bestandheid
De genoemde brandblussers dienen bestand te zijn tegen temperaturen tussen -20° en +60°C.
Kleurechtheid van brandblussers
Brandblussers zijn bestand tegen normale atmosferische invloeden. Verkleuring van verf na langere tijd is vooral bij buitenopstelling nauwelijks te voorkomen, ook agressieve dampen kunnen van invloed zijn.
Capaciteit van brandblussers
Onder spuitduur wordt verstaan de tijd waarin de blusstof bij geheel geopende afsluiter zonder onderbreking wordt uitgedreven. Draagbare blustoestellen hebben vanwege hun afmetingen en inhoud een beperkte spuitduur. Niet alleen de inhoud is van belang voor de spuitduur, ook de spuitkop speelt daarin een rol. Zo kunnen twee blustoestellen van hetzelfde type met dezelfde inhoud vanwege een andere spuitkop een andere spuitduur hebben.
De minimale-spuitduur van brandblussers volgens NEN-EN 3-7 is als volgt:
Poederblussers | Seconden |
1 en 2 kg | 6 |
3 en 4 kg | 9 |
6 kg | 12 |
9 en 12 kg | 15 |
Schuimblussers | Seconden |
2 liter | 6 |
3 liter | 9 |
6 liter | 12 |
9 liter | 15 |
CO2 blussers | Seconden |
2 kg | 6 |
5 kg | 9 |
In Rijkstypekeur worden, t.a.v. het blusvermogen van brandblussers de maximaal toegestane hoeveelheid blusstof aangegeven, nodig voor het blussen van een voorgeschreven blusobject. Het blusobject wordt aangegeven door een getal en een letter. De letter geeft de Brandklasse aan, zie 'Functionele bruikbaarheid'. Het getal geeft de omvang van het object aan.
Toepassing
Functionele bruikbaarheid van brandblussers
Volgens NEN-EN 2 bestaan de volgende brandklassen:
- Brandklasse A, Vaste stoffen:
- Branden van vaste stoffen van doorgaans organische oorsprong, die in het algemeen onder gloeivorming verbranden zoals hout, papier, stro en/of textiel, niet-smeltende kunststoffen;
- Brandtype: gloed en vlammen;
- Blusmiddelen: brandslanghaspel, AFFF, Poeder.
- Brandklasse B, Vloeistoffen:
- Oppervlakte branden van vloeistoffen of vloeibaar wordende stoffen zoals benzine, petroleum, alcohol, was, vet en teer;
- Brandtype: vlammen;
- Blusmiddelen: brandslanghaspel, AFFF, Poeder, CO2.
- Brandklasse C, Gassen:
- Branden van gassen onder druk zoals aardgas, butaan, propaan, LPG, acetyleen en waterstof;
- Brandtype: vlammen;
- Blusmiddelen: poeder.
- Brandklasse D, Metalen:
- Branden van metalen zoals natrium, kalium, aluminium en magnesium;
- Brandtype: gloed;
- Blusmiddelen: metaalblusser.
- Brandklasse F, Olie en vet:
- Branden van plantaardige en dierlijke oliën en vetten in frituurtoepassing en motorolie;
- Brandtype: vlammen;
- Blusmiddelen: vetblusser.
Brandklasse | Materiaal | Blusmiddelen |
|
|
|
| ||||
|
| nat- | schuim- | poederblussers | koolzuur- | |||||
|
| water | FFF, AFFF, ABF | ABC-poeder | BC-poeder | D-poeder | Koolzuur (CO2) | |||
A (vaste stoffen) | oppervlaktebrand in | + | + | + 1) | + | o | + | |||
| kernbrand in stoffen | + | + | + | + | o | o | |||
| kostbare en onvervangbare | +- | - | + | + | o | + | |||
| stoffen die bij verhitting | + | + | + | + | o | o | |||
| schakelborden, -kasten, | x | x | + 3) | + 3) | o | + | |||
B (vloeistoffen) | benzine, benzol, verf, teer, lak, | x 2) | + | + | + | o | + | |||
| alcoholen, ketonen mengbaar | o | o | + | + | o | + | |||
C (gassen) | uitstromend gas | o | o | + | + | o | + | |||
| stoffen die met water een | x | x | + | + | o | + | |||
D (metalen) | magnesium, natrium, | x | x | x | x | + | x | |||
F (olie en vet) | frituurvet, motorolie | x | +4) | x | x | o | x |
Verklaring van de tekens
+ bruikbaar
x gevaarlijk
o onbruikbaar
- schadelijk
1) eventueel in combinatie met water
2) gevaarlijk door verspreiding van brandende vloeistof
3) niet voor schakelinrichtingen
4) alleen ABF-schuim
Een brandblusser vinden? >> Poederblussers op NBD-Online |
Volgens Rijkstypekeur moeten brandblussers die goedgekeurd zijn voor Nederland van de volgende opschriften zijn voorzien:
Op het etiket staat een ellips met daarin het rijkstypekeur:
- In de binnenste ellips wordt het rangnummer vermeld, met een cijferhoogte van 6 mm.
- In de buitenste ellips worden de volgende zaken vermeld, met een letter- en cijferhoogte van 3 mm:
- Bovenin: het derde en vierde cijfer van het jaar en de maand van afgifte van het bewijs van typekeuring in twee cijfers (bijvoorbeeld 09-03 = jaar 2009, maand maart);
- Links de "B" van "Besluit draagbare blustoestellen";
- Rechts het jaartal van het Besluit draagbare blustoestellen;
- Onderin de letters "BZ" van "Binnenlandse Zaken".
Bron afbeelding: Rijkstypekeur
Als type-aanduiding van het blustoestel mogen worden gebruikt:
- Natblusser,
- Schuimblusser,
- Poederblusser,
- Koolzuursneeuwblusser.
Economische bruikbaarheid van brandblussers
Investeren in brandveiligheid staat garant voor een brandveilige werkomgeving en bescherming van erfgoed en producten. Met het volgen van de eisen in het Bouwbesluit, Besluit draagbare brandblussers 1997 en Rijkstypekeur worden risico's aanzienlijk kleiner en voor een groot deel weggenomen.
Voorschriften omtrent brandblussers
Bouwbesluit 2012 stelt in artikel 6.31 het volgende:
- Als het voorgeschreven aantal brandslanghaspels niet voldoende is om een beginnende brand zo snel mogelijk door in het gebouw aanwezige personen te laten bestrijden, dan moet een gebouw aanvullend worden voorzien van voldoende draagbare of verrijdbare blustoestellen;
- Bij kamerverhuur moet een blustoestel in een gezamenlijke keuken aanwezig zijn en tenminste één blustoestel per bouwlaag in een ruimte waar een gezamenlijke vluchtroute doorheen loopt;
- In tunnels die langer zijn dan 250 meter moet er om de 100 m een hulppost zijn met een draagbaar brandblusapparaat (raadpleeg aanvullend art.2.122).
Verwerking en montage
Montage
Montage d.m.v. bijgeleverde ophangbeugel, op goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaatsen, bijv. bij ingangen, vluchtdeuren of -trappen, eventueel gekenmerkt door een opvallend bord.
Keuring
Om een Rijkstypekeur aan te vragen moet worden aan het Besluit draagbare brandblussers 1997. Kiwa NCP toetst uw aanvraag hierop.
Onderhoud
Bediening van brandblussers
De op het blustoestel aangebrachte gebruiksaanwijzing geeft de wijze van bediening aan.
Onderhoud van brandblussers
Elk blustoestel moet overeenkomstig het gestelde in NEN 2559 regelmatig worden:
- gecontroleerd op zichtbare kenmerken, zoals aanwezigheid/toegankelijkheid/gebruiksklaar/onbeschadigd/juiste gebruiksaanwijzing (aanbeveling: éénmaal per maand door gebruiker);
- geïnspecteerd en onderhouden (éénmaal per jaar, volgens het Bouwbesluit 2012 art. 6.31 echter éénmaal per 2 jaar);
- uitgebreid onderhouden en waar nodig de vullingen verwisseld (éénmaal per 5 jaar);
- gereviseerd en volledig gedemonteerd en als nodig wordt er een drukproef op de cilinder uitgevoerd (éénmaal per 10 jaar).
Het vullen van de gebruikte apparaten, alsmede de reparatie en revisie ervan gebeurd door een REOB-gediplomeerde monteur.
Veiligheid van brandblussers
Door de zuurstofverdringende werking van de blusstof CO2 kan toepassing hiervan in een gesloten ruimte ernstige gevolgen hebben voor de daarin aanwezige personen.
Kwaliteit en garantie
Certificering van brandblussers
Naast Rijkstypekeur kan voor draagbare blustoestellen ook een CE-keurmerk worden aangevraagd, waarmee het valt onder de Richtlijn drukapparatuur 2014/68/EU. Om aan te tonen dat een blustoestel voldoet aan deze richtlijn is een verklaring van een Notified Body nodig. Als de verklaring is afgegeven, mag op het blusapparaat het CE-keurmerk worden aangebracht. Dit CE-keurmerk zegt echter alleen dat het voldoet aan de eisen met betrekking tot drukvastheid, niets over de bluseigenschappen.
Milieu en gezondheid
Indringingsvermogen
Blusstoffen kunnen na gebruik, al of niet vermengd met brandende stof en ontledingsproducten in het milieu terecht komen en bodemverontreiniging en/of verontreinigingen van het grondwater en oppervlaktewater veroorzaken.
Blusschuim bevat conserveringsmiddelen en filmvormende componenten die zorgen voor sterfte onder de organismen in het oppervlaktewater als gevolg van zuurstofgebrek. Het is daarom belangrijk bluswater en blusschuim tegen te houden of op te vangen vóór het in het milieu terecht komt.
Poederresten van gebruikt bluspoeder moeten als chemisch afval worden behandeld.
Duurzaamheid
De duurzaamheid is afhankelijk van de verfbehandeling, alsmede van de invloeden van de omgeving, waarin het toestel geplaatst is. Regelmatige controle is raadzaam.
Referenties
Geraadpleegde literatuur
Besluit draagbare brandblussers 1997
Productinformatie van fabrikanten en leveranciers
Normen
NEN 2559 | Onderhoud van draagbare blustoestellen |
NEN 3011 | Veiligheidskleuren en -tekens in de werkomgeving en in de openbare ruimte |
NEN 4001 | Brandbeveiliging - Projectering van draagbare en verrijdbare blustoestellen |
NEN-EN 2 | Brandklassen |
NEN-EN 3-3 | Brandbestrijding - Draagbare blustoestellen - Deel 3: Construktie, drukbestandheid, mechanische beproevingen |
NEN-EN 3-7 | Draagbare blustoestellen - Deel 7: Eigenschappen, prestatie-eisen en beproevingsmethoden |
NEN-EN 3-8 | Draagbare brandblustoestellen - Deel 8: Aanvullende eisen aan EN 3-7 voor de constructie, drukvastheid en mechanische beproevingen voor blustoestellen met een maximum toegestane druk gelijk aan of lager dan 30 bar |
NEN-EN 3-9 | Draagbare blustoestellen - Deel 9: Aanvullende eisen op EN 3-7 voor drukweerstand van CO2 toestellen |
NEN-EN 3-10 | Draagbare blustoestellen - Deel 10: Voorwaarden voor de beoordeling van de keuring van een draagbaar blustoestel volgens EN 3-7 |
NEN-EN-ISO 9227 | Corrosiebeproeving in kunstmatige omgevingen - Zoutsproeibeproeving |