Basiskennis Bouwkunde: Vlakke metalen dakbedekkingen

Basiskennis Bouwkunde, over felsdaken en roevendaken en hoe daarmee nagenoeg alle dakvormen kunnen worden bekleed 

Omschrijving

Onder vlakke metalen dakbedekkingen worden verstaan al dan niet voorgevormde platen (bladen) of banen van koper, titaanzink, roestvast staal, lood, aluminium en thermisch-verzinkt staal die op een dragende ondergrond worden aangebracht. Vlakke metalen dakplaten worden voornamelijk als felsdak of als roevendak uitgevoerd met puntsgewijze bevestiging op de ondergrond.

Platen die zijn samengesteld uit een dragermateriaal en een toplaag van lood of aluminium, worden in Nederland als dakbedekking relatief weinig toegepast.

Vlakke metalen platen kunnen voor het bedekken van nagenoeg alle dakvormen en dakhellingen worden toegepast, en zijn bij uitstek geschikt voor renovatie en ingewikkelde en gewelfde dakvormen.

Meteen een product vinden? >> Dakbedekking vlakke platen op NBD-Online

Kenmerken

  • Felsdaken;
  • Roevendaken.

Referentienummers


Samenstelling

Systeemopbouw vlakke metalen dakbedekking

Vlakke platen van metaal voor het samenstellen van dakbedekkingen zijn te onderscheiden in:

  • Niet-voorgevormde platen van: koper, titaanzink, roestvast staal, lood, aluminium, thermisch-verzinkt staal;
  • Voorgevormde platen en banen van: koper, titaanzink, roestvast staal, aluminium.

 

Niet-voorgevormde platen worden geleverd in een aantal standaardbreedten, maar kunnen ook in hiervan afwijkende (kleinere) breedtematen geleverd worden. De platen zijn beschikbaar als vlakke plaat in handelslengten (bladen) (tot ca. 3 m) of in grote lengten op de rol (coils).

Niet voorgevormde platen (bladen) worden in de regel voor kleine dakvlakken toegepast.

Platen in handelslengten worden zo nodig in het werk tot grotere lengten samengesteld.

Voorgevormde platen en banen hebben geprefabriceerde felsranden in de breedte (langsnaden) en worden in verschillende standaardbreedten geleverd. De lengte is afgestemd op de maximaal toelaatbare lengte uit één stuk (ca. 10 m) of er worden besteklengten geleverd.

De onderlinge verbinding van de platen en banen komt tot stand door langs- en dwarsnaadconstructies; beide moeten in staat zijn thermische lengteveranderingen op te nemen.

De langsnaden kunnen worden uitgevoerd als roef- of als felsconstructie. De roefconstructie kan worden uitgevoerd met of zonder lat. De felsconstructie heeft de vorm van een staande fels, staande dubbele fels of platte fels. Naar de toepassing van roeven of felsen wordt een onderscheid gemaakt in:

  • roevendaken;
  • felsdaken.

Hoewel nagenoeg alle genoemde metalen op basis van hun materiaaleigenschappen meer of minder goed kunnen worden gefelst, worden dakbedekkingen van koper, titaanzink, roestvast staal en aluminium in de regel als felsdak uitgevoerd en de overige overwegend als roevendak.

De dwarsnaadverbindingen kunnen op verschillende wijzen worden uitgevoerd, e.e.a. afhankelijk van de dakhelling.

Vlakke platen van metaal zijn niet zelfdragend, zodat de ondergrond voldoende stijf moet zijn om ongewenste doorbuiging van de platen te voorkomen.

De platen worden ter plaatse van de naden puntsgewijs met vaste en schuifklangen op de ondergrond bevestigd; voor lood is er een afwijkende bevestigingswijze, n.l. een combinatie van nagelen en bevestigen met klangen.

Behalve bij zink, komen bij de overige metalen en ondergrond altijd een scheidingslaag, die dient als afdeklaag, als bescherming tegen eventueel agressieve houtverduurzamingsmiddelen, als uitvlaklaag, als laag om aantasting door condensvorming te voorkomen en als laag die een ongehinderde beweging van de dakbedekking mogelijk moet maken.

Constructies met behulp van vlakke platen zijn zonder extra afdichtmaatregelen geschikt voor daken met een helling vanaf ca. 3°. Met afdichtmaatregelen is eventueel een nog kleinere helling mogelijk. Tevens zijn vlakke platen geschikt voor gebogen en meer ingewikkelde dakvormen.

Een product vinden? >> Dakbedekking vlakke platen op NBD-Online

Elementopbouw van vlakke metalen dakbedekking

  • Niet-voorgevormde platen:
    Deze worden geleverd als platen zonder opstanden. De opstanden en fels- of roefranden worden in de werkplaats of op het werk gevormd, zie Montage onder Verwerking.
  • Voorgevormde platen:
    Bij voorgevormde platen zijn de opstanden en felsranden zodanig geprefabriceerd dat de platen direct verwerkt kunnen worden; de opstandhoogte is ca. 25 mm.
    Een van de opstanden is minder doorgezet, zodat er in verwerkte toestand een speling van 2 à 5 mm blijft, waardoor de platen in de breedterichting voldoende uitzetmogelijkheid hebben.
  • Roevendaken en felsdaken:
    De verschillen in opbouw van deze constructies beperken zich voornamelijk tot de naden en aansluitingen op andere bouwdelen.
  • Langsnaden voor roevendaken:
    Deze worden samengesteld uit vierkante (ca. 40 x 40 mm) of trapeziumvormige roeflatten (ca. 40 x 60 mm), en voorzien van klangen, waarop de opstanden van de platen aansluiten. De beide opstanden zijn even hoog en haaks omgezet of niet helemaal doorgezet, mede afhankelijk van de vorm van de roeflat. De bovenkant van de opstand is uitgevoerd met een enkele of dubbele waterkering, in het laatste geval is er minder kans op capillaire werking als bij de enkele. Over de roeflatten, opstanden en eventuele klangen wordt een dekroef of roefkap geschoven die de roefconstructie waterdicht afsluit.
    De roeflatten worden voor plaatmateriaal met een grote uitzettingscoëfficiënt met de smalle zijde van de roeflat op het dakbeschot bevestigd, voor platen met een kleinere uitzettingscoëfficiënt (bijvoorbeeld koper) ook wel met de brede zijde.

    Bij een loden bedekking worden de langsnaden ook wel uitgevoerd als zogenaamde kraalnaad. Bij deze constructie worden de zijkanten van de platen over houten kraallatten (ca. 45 x 45 mm) geklopt; bij daken met een helling groter dan 30° worden bovendien (koperen) klangen in de kraal opgenomen.
  • Langsnaden voor felsdaken:
    Deze kunnen zijn uitgevoerd als staande enkele felsnaad, staande dubbele felsnaad of als platte felsnaad.
    Bij al deze constructies zijn de klangen in de felsnaad opgenomen. Voor de uitvoering van de verschillende klangen zie onder Toebehoren; voor het aantal en de bevestiging van de klangen zie Ontwerpdetails onder Toepassing.
    In verband met de waterdichtheid dienen staande felsnaden ten minste 25 mm hoog te zijn, echter kepers en dakranden worden hoger uitgevoerd e.e.a. afhankelijk van de dakhelling. De opstand wordt aan de loefzijde van de plaat ca. 10 mm hoger genomen dan aan de lijzijde.
    Tussen de opstanden van twee platen moet, i.v.m. de uitzettingsmogelijkheid in de breedte van de platen, 2-4 mm ruimte aanwezig zijn.
    Bij aansluitingen en dakranden worden de staande felsnaden op diverse manieren uitgevoerd.

    Staande felsnaden zijn niet geschikt voor uitvoering in lood.

    Platte felsnaadtypen kunnen zowel enkel als dubbel zijn uitgevoerd. In de vormgeving van de naden zijn bovendien nog enkele varianten mogelijk, o.a. in de vorm van een roefsysteem.
    Platte felsnaden geven een minder goede afdichting dan staande, omdat langsstromend regenwater direct in contact komt met de naden van de opeenvolgende metaallagen. Platte felsnaden zijn daarom alleen geschikt voor grote dakhellingen of als dwarsnaad. Bij koper en lood daarentegen zijn platte felsnaden onder elke hoek waterdicht toe te passen.

    De felsnaden bij een roestvaststalen dakbedekking worden voor het felsen gelast. Met voorgevormde platen kunnen uitsluitend staande felsnaden gevormd worden.

    Uitzetnaden voor felsdaken: deze worden soms uitgevoerd in de vorm van een (lage) roefconstructie en om de 5 à 10 m aangebracht teneinde uitzetting in de breedterichting mogelijk te maken.
  • Dwarsnaden voor fels- en roevendaken:
    Voor de meeste metalen kunnen deze zijn uitgevoerd als overlapping, enkele dwarsfels, enkele dwarsfels met extra aanhaak als waterkering, dubbele dwarsfels of hellingsprong (cascade).
    De mate van afdichting is niet voor alle uitvoeringen gelijk; elke verbinding kan slechts tot een zekere minimum-dakhelling worden toegepast; deze is bij onderstaande afbeeldingen vermeld.
    Ter plaatse van de langsnaden ontstaat er door doorgaande dwarsnaden een materiaalverdikking met een grotere kans op lekkage. Dit kan zoveel mogelijk worden vermeden door de platen in verband te leggen (verschervend).
    Voor lood kan tot een dakhelling van 20° de overlapping worden toegepast. De overlappende plaat wordt dan gefixeerd met koperen klangen; de grootte van de overlap wordt bepaald door de hellingshoek.
    Bij hellingen kleiner dan 2° wordt voor lood ook een felsnaad toegepast, zolang er maar geen water op kan blijven staan. Voor de detaillering van enkele vervalsprongconstructies zie ook Ontwerpdetails bij Toepassing.

Materiaal van  vlakke metalen dakbedekking

Koper

Koper is van de hier besproken metalen het edelste van de niet-edelmetalen. Het koper voor dakbedekkingen is ongelegeerd, zuurstofvrij koper (99,9% CU). Dit koper wordt volgens aangeduid als CU-DHP (Deoxidized High-residual Phosperus), of als SF-CU. Dit zuurstofvrije koper is nog beter bestand tegen weersinvloeden dan zuurstofhoudend koper (CU-ETP-Electrolytic Tough Pich koper).

Afhankelijk van het toegepaste walsprocédé ontstaat zacht of halfhard koper. De eerste kwaliteit is gemakkelijker te vervormen dan de halfharde en wordt b.v. voor ingewikkelde (dak)vormen gebruikt. Op Duitse platen staat de specificatie vermeld. 

Titaanzink

Als dakbedekkingsmateriaal wordt uitsluitend titaanhoudend (blad)zink toegepast, dat het eertijds hiervoor gebruikelijke ongelegeerde zink heeft vervangen. Van titaanzink is de anisotropie minder dan van ongelegeerd zink, waardoor titaanzink vrijwel alle soorten bewerking kan ondergaan, zowel in langs- als dwarsrichting. Titaanzink bevat 99,995% zuiver zink en enkele fracties van procenten titanium, koper en aluminium (NEN-EN 988).
Titaanzink wordt onder KOMO-keur geleverd. 

Roestvast staal

Voor dakbedekkingen worden austenitische chroomnikkel staalsoorten AISI 304 en 316 (American Iron and Steel Institute) gebruikt, overeenkomend met de Duitse "Werkstoffnummer" aanduiding 1.4301 en 1.4401 (DIN 17007). Deze staalsoorten worden ook wel weergegeven als X5CrNi18 09, respectievelijk X5CrNiMo18 10. Hieruit blijkt dat beide een gemiddeld koolstofgehalte hebben van 0,05% (X5), een chroomgehalte van 18% en een nikkelgehalte van 9, respectievelijk 10%.

Daarnaast bevat staal AISI 316 (1.4401/X5CrNiMo18 10) nog molybdeen (Mo). Een chroomgehalte van 12% maakt de staalsoorten beter bestand tegen rookgassen. Ook nikkel verhoogt de corrosiebestandheid, alsmede de stabiliteit van de kristalstructuur.

Molybdeen geeft bescherming tegen putcorrosie door chloorhoudende oplossingen, zwavel- en azijnzuur; bovendien vergroot het de passiviteit (weerstand tegen corrosie) van het staal, zie ook Ontwerpdetails onder Toepassing. Beide staalsoorten worden in de regel in zacht gegloeide toestand geleverd. In deze toestand is roestvast staal het meest corrosievast en het gemakkelijkst te vervormen, doch de mechanische weerstand is kleiner dan in een hardere kwaliteit. Roestvast staal wordt als regel glad en schoon, vrij van gloei- en walshuid geleverd. Dit bevordert de snelheid van de vorming van de oxidelaag en vermindert de kans op aanhechting van vuil. 

Lood

Bladlood bestaat voor meer dan 99,9% uit zuiver lood en is van zachte kwaliteit; het wordt in kg/m2 verhandeld, doch in het spraakgebruik wordt nog veel de aanduiding "zoveel ponds lood" gebruikt (1 "pond"= 1 kg).

Ter verbetering van de mechanische eigenschappen is er een zeer gering percentage koper toegevoegd. Naar de fabricagemethode kunnen er 3 soorten worden onderscheiden:

  • gewalst bladlood, dat 0,03-0,06% koper bevat;
  • continu gegoten bladlood, dat 0,01-0,03% koper bevat waarvan de verdeling fijner is dan die in gewalst lood;
  • gestreken bladlood, dat ten gevolge van de gevolgde handgietmethode een ongelijkmatige dikte (historisch productieprocédé) heeft.
Aluminium

Aluminium platen zijn vervaardigd van continu of halfcontinu koudgewalste aluminiumlegeringen (o.a. AlMn met ca. 1% mangaan of AlMgMn). De legeringen mogen geen koper bevatten.

De continu koudgewalste platen hebben een grotere sterkte dan de halfcontinu gewalste, omdat de hoeveelheid opgelost mangaan bij de eerstgenoemde groter is. In verband met de vervormbaarheid dient de kwaliteit zacht tot halfhard gegloeid te zijn.

De aluminium platen worden naar de bewerking die deze tijdens of na het walsen ondergaan hebben onderscheiden in:

  • walsblanke platen;
  • gecoate platen;
  • geanodiseerde platen.
Thermisch-verzinkt staal

Deze platen zijn van koudgewalst staal. Er bestaat een tendens tot de toepassing van hoogwaardige staalsoorten. De platen hebben één of meer bewerkingen ondergaan en worden onderscheiden in:

  • thermisch (sendzimir) verzinkte platen (NEN-EN 10346);
  • gecoate platen.

Fabricagemethode van vlakke metalen dakbedekking

Koper

Koper wordt gewonnen uit kopererts door de raffinage (reductie) van zogenaamd blisterkoper, dit is koper dat 98-99,5% zuiver koper bevat. Na het raffinageproces vindt elektrolyse plaats en ontstaat ETP (Electrolytic Tough Pich)-koper (Cu-ETP), dat nog enig zuurstof (±0,04%) bevat. Door desoxidatie met fosfor kan hier-uit DHP (Deoxidized High-redisual)-koper (Cu-DHP) gewonnen worden dat 0,02% fosfor bevat.

In de vorm van blokken met een dikte van 250 mm worden deze halffabrikaten aan de walserijen geleverd. Hier worden de blokken door grof walsen tot een dikte van 10 tot 20 mm gereduceerd, eerst door warm, daarna door koud walsen, eventueel met tussengloeiingen. Door fijnwalsen ontstaan banden met de gewenste dikte (minimaal ca. 0,6 mm). Deze banden worden op de gewenste breedte afgeknipt en in de lengte op maat gesneden tot vlakke platen (bladen) of tot rollen (coils) samengesteld, waaruit in een later stadium platen of banen kunnen worden vervaardigd.

Titaanzink

Titaanzink wordt verkregen door aan elektrolytisch zuiver zink, titaan en koper toe te voegen en dit mengsel in blokvorm uit te gieten. Deze blokken worden warm uitgewalst tot zogenaamde voorwalsbanden die door fijnwalsen tot dunne plaat worden uitgewalst in standaarddikten van 0,65, 0,70, 0,80 en 1,00 mm en standaardbreedte van 1 m breed. Het plaatmateriaal wordt op lengte afgekort of tot rollen (coils) samengesteld.

Roestvast staal

Chroomnikkelstaal wordt verkregen door tijdens de bereiding van staal, chroom, nikkel en andere legeringselementen toe te voegen en dit mengsel in blokvorm te gieten. De blokken worden eerst warm gewalst tot plakken en vervolgens tot dunne platen.
De austenitische (kristal) structuur (waarbij alle koolstof in het vaste ijzer is opgelost) ontstaat bij een bepaalde samenstelling van de legering en een bepaalde temperatuur tijdens het warmwalsen.

Door het warmgewalste materiaal koud uit te walsen tot zeer dunne plaat (minimaal dik ca. 0,3 mm) en eventueel zacht te gloeien, worden de eigenschappen van het staal nog aanzienlijk gewijzigd. De plaatafmetingen zijn afhankelijk van de walserij-outillage.

Lood

Lood voor de bouw kan als halffabrikaat in de vorm van blokken van geraffineerd lood op een aantal verschillende manieren, onder toevoeging van koper, verder worden verwerkt tot:

  • gewalst bladlood: de blokken worden tot elke gewenste dikte als plaatmateriaal uitgewalst en vervolgens op lengte geknipt als platen of tot rollen (coils) samengesteld;
  • continu gegoten bladlood: dit wordt verkregen door een gekoelde trommel door een loodbad te laten draaien. Het op de trommel gestolde lood wordt met behulp van een snijlineaal verwijderd en vervolgens gerold;
  • gestreken bladlood: deze vorm wordt verkregen door vloeibaar lood uit te gieten in een bak met zand en op dikte te strijken met een plank. Deze fabricagemethode levert lood met een sterk wisselende dikte en moet als verouderd beschouwd worden.
Aluminium

Blokken van primair aluminium worden gesmolten en in een continu of half-continu proces tot coils (rollen) gewalst (materiaaldikte 7 à 12, respectievelijk 2 mm). Bij het continue proces vindt in deze fase snelle afkoeling plaats, waardoor de hoeveelheid opgelost mangaan groter is dan bij het half-continue proces.

Het fabricageproces verloopt daarna nagenoeg op dezelfde wijze voor beide procédés. De coils worden koudgewalst tot de uiteindelijke dikte van 0,5 tot 1 mm. De op deze wijze gevormde plaat kan in een continu lakprocédé aan beide zijden of aan één zijde worden gecoat of geanodiseerd.
Tenslotte wordt het al dan niet behandelde plaatmateriaal op de gewenste plaatlengte gesneden of opgerold.

Thermisch-verzinkt staal

Een stalen band wordt na het koudwalsen in een continu proces vanaf de coil thermisch (sendzimir) verzinkt en vervolgens voor de gecoate uitvoering van een of meer coatinglagen voorzien, eventueel voorafgegaan door een hecht- of primerlaag. De band wordt vervolgens weer opgerold of op plaatlengten gesneden.

Oppervlaktebehandeling van vlakke metalen dakbedekking

Koper

Pogingen om de natuurlijke, groene patinalaag met behulp van zuren in het werk te doen ontstaan hebben tot nu toe nog niet het gewenste resultaat gehad. Er komt wel een kunstmatige patinalaag (azijnzuur koperoxide) tot stand, maar deze is in tegenstelling tot de natuurlijke patinalaag niet weersbestendig (zie ook Bestandheid bij Prestaties).

Met behulp van een nieuw procédé is men er inmiddels wel in geslaagd fabrieksmatig een met het natuurlijke patina vergelijkbare patinalaag tot stand te brengen.

Lood

Alleen na het aanbrengen van het lood is behandeling met een speciale patineervloeistof mogelijk.

Gecoate en geanodiseerde platen

Aluminium en thermisch-verzinkte platen worden d.m.v. "coil coating" voorzien van een laklaag (coating) of folie. Aluminium platen kunnen ook worden geanodiseerd.

Toebehoren bij vlakke metalen dakbedekking

  • Bevestigingsmiddelen: voor het puntsgewijs bevestigen van de platen worden klangen toegepast, die worden geleverd als vaste en als schuifbare klangen, om expansie van de felsbanen in de lengterichting mogelijk te maken;
  • Klangen voor roevendaken: deze bestaan uit ca. 50 mm brede repen metaal die onder of op de roeflatten worden genageld en daarna worden omgebogen;
  • Klangen voor felsdaken: onderscheid kan gemaakt worden in vaste klangen en schuifklangen. Schuifklangen bestaan uit 2 delen, het ene deel wordt net als een vaste klang op de ondergrond bevestigd, het andere deel, de broek, wordt in de fels opgesloten en kan d.m.v. een slobgleuf in het vaste deel ten opzichte hiervan schuiven. Voor voorgevormde platen zijn er ook voorgevormde klangen;
  • Clips voor felsdaken: clips van speciale hars worden op houten regels gemonteerd (geldt niet voor zink). Ook de clips maken expansie van de felsbanen in lengterichting mogelijk;
  • Roeflatten: rechthoekige latten van 40 x 40 mm of trapeziumvormige van ca. 40 x 60 mm. De latten zijn van een duurzame houtsoort of van verduurzaamd hout. De roeflatten worden afgedekt met dekroeven;
  • Scheidingslagen: glasvlies of structuurmatten met waterdragende/dampopen folie bij zink, of een thermoplastische onderlaag bij koper;
  • Verder worden er  druiprandprofielen, nokkapprofielen, startprofielen, dakrandprofielen, hoekkeperprofielen, valbeveiligingsvoorzieningen, anti-condensatielagen, anti-dreunlagen, sneeuwranden, looppaden, montageclips zonder doorboringen, profielvullers, sluitingen en gevormde slabben geleverd, verschillend per leverancier.

Hulpstukken bij vlakke metalen dakbedekking

Voor metalen dakbedekkingen worden de noodzakelijke hulpstukken zoals nok en aansluitstukken, ventilatiekapjes, e.d. meestal voor elk werk afzonderlijk vervaardigd.

Als geprefabriceerde hulpstukken, uitgevoerd in koper of zink zijn verkrijgbaar dakgoten, hemelwaterafvoeren (zowel in gelaste als gefelste uitvoering),  expansiestukken, goot- en pijpbeugels, vergaarbakken, boldraadroosters, dakrandprofielen, kiezelranden, druiplijsten, nokvorsten, keperlijsten.

Deze hulpstukken zijn in de regel ook in kunststof verkrijgbaar.

Accessoires bij vlakke metalen dakbedekking

Zowel in koper als zink: ornamenten zoals pinakels, schijnvensters en windwijzers.


Vorm en afmeting

Vorm van vlakke metalen dakbedekking

Vlakke platen van metaal worden toegepast in de vorm van:

  • laden: rechthoekige platen van beperkte lengte tot ca. 3 m;
  • banen: rechthoekige platen, lang max. 10 m.

Met beide plaatvormen kunnen zowel fels- als roevendaken, met rechthoekige of meer ingewikkelde grondvormen, worden samengesteld. De langsnaden zijn hierbij doorgaand, bij roevendaken het meest geprononceerd zichtbaar.

Bladen worden met doorgaande dwarsnaden of in verband gelegd (verschervend); bij toepassing van banen ontbreken de dwarsnaden meestal, behalve t.p.v. dilatatienaden.

Torendaken kunnen in verschillende motieven als felsdak uitgevoerd worden.

Afmetingen, gewicht van vlakke metalen dakbedekking

Dikte

De dikte van platen zowel in blad- als baanvorm is in de lengte nagenoeg constant, maar kan, ten gevolge van het walsen, in de breedte afwijkingen vertonen; de platen zijn dan in het midden iets dikker dan aan de randen. In de verschillende normen die betrekking hebben op de desbetreffende metalen, worden toleranties ten aanzien van de dikte opgegeven. Voor een indicatie van de begrenzing van diktematen zie onderstaande tabel.

 

Soortelijke massa, kg/m3

Dikte, mm

Gewicht 1), N/m2

Koper

8.930

 

 

-  standaard plaat/banen

 

0,5-3,0

45-270

-  voorgevormd

 

0,6-1,0

54-89

Zink

7.200

 

 

-  standaard plaat/banen

 

0,65-1,1

47-79

-  voorgevormd

 

0,6-0,8

43-57

Roestvast staal

7.900

 

 

-  banen

 

0,3-0,5

24-40

Lood

11.300

 

 

-  gewalst

 

1,06-3,53

120-400 2)

-  continu gegoten

 

≥ 0,4

45

Aluminium

2.700

 

 

-  standaard plaat/banen/rol

 

0,6-0,8

14-22

Thermisch-verzinkt staal

7.900

 

 

-  lange plaat/rol

 

0,5-1,0

40-80

1) zonder langs- of dwarsnaden
2) 12-40 kg/m2

Breedte

De maximaal leverbare breedtematen van platen en rollen worden bepaald door de effectieve walsbreedte; deze is voor de meeste metaalsoorten niet groter dan 1.500 mm. In verband met de thermische eigenschappen van de metalen bedraagt de maximaal toelaatbare plaatbreedte niet meer dan 1.000 mm; de meeste fabrikanten adviseren geen grotere plaatbreedten dan 600-800 mm toe te passen; voorgevormde platen zijn dan ook op deze maten afgestemd.

Lengte

De handelslengte van bladen komt overeen met de beschikbare lengte van de zetbank, die door de verwerker wordt gebruikt (maximaal 3 m) en is afgestemd op de hanteerbaarheid. Bij banen is de lengte, in verband met de thermische uitzetting, afgestemd op de maximaal toelaatbare lengte uit één stuk. Voor de meeste metaalsoorten ligt deze bij ca. 10 m, zie ook Ontwerpdetails onder Toepassing.

Rollen worden tot een bepaald maximum in verschillende lengten geleverd, waarbij de afmetingen en het gewicht vermeld zijn.

Lood dat, zoals reeds eerder vermeld, in kg/m2 verhandeld wordt, wordt voor dakbedekkingen in rollen van 2,5-10 m geleverd (maximumrolgewicht 1.000 N).

De meeste plaatmaterialen zijn in bestekbreedte- en lengtematen verkrijgbaar.

Uiterlijk van vlakke metalen dakbedekking

Oppervlaktestructuur

Bij alle genoemde metaalsoorten vormt zich na verloop van tijd op het aan de buitenlucht blootgestelde oppervlak een min of meer gladde patinalaag.

Kleur

De patinalaag die bij de verschillende metaalsoorten gevormd wordt, wijkt met name voor koperen dakbedekkingen af van de oorspronkelijke metaalkleur. Op het aanvankelijk rode koper ontstaat 6 à 12 maanden na het aanbrengen een licht tot donkerbruine (oxide) laag, die, afhankelijk van de atmosferische omstandigheden, in 4 à 6 jaar bedekt wordt door een lichtgroene tot blauwachtig groene patinalaag. In streken met zuivere lucht kan dit proces veel langer duren, terwijl lucht die veel zwaveldioxide bevat, een donkerbruine kleur veroorzaakt. Bij de dakvoet en bij steile dakvlakken kan een streperige, bijna zwarte, aftekening ontstaan.

Bij dakbedekkingen van titaanzink, lood en aluminium ontstaat na verloop van tijd een matgrijze patinalaag; bij die van aluminium en roestvast staal verandert de oorspronkelijke kleur het minst, de gevormde oxidelaag is doorzichtig.

Gecoate en geanodiseerde platen worden in een groot aantal kleuren geleverd.

Glans

De patinalaag die op alle metalen dakbedekkingen gevormd wordt, doet het aanvankelijk min of meer glanzende oppervlak spoedig mat worden.

Roestvast staal en aluminium behouden hun glans langer, mits het oppervlak regelmatig schoongespoeld wordt.


Prestaties

Mechanische eigenschappen van vlakke metalen dakbedekking

Productsterkte

In tegenstelling tot geprofileerde platen zijn vlakke platen niet zelfdragend, zodat er een gesloten ondergrond aanwezig moet zijn om de platen te ondersteunen en de uitwendige belastingen op te nemen.

Materiaalsterkte

Een overzicht van relevante gegevens is te vinden in onderstaande tabel.

Plaattype

Treksterkte, Mpa

Rek bij breuk, %

E-modulus ·103 MPa

Hardheid

Koper

 

 

 

 

-  zacht (F22)

220-260

≤ 42

105

HB 45-60

-  halfhard (F24)

240-300

≤ 15

130

HB 70-90

Titaanzink

min. 150

min. 40

80

HV min. 40

Roestvast staal

500-750

-

20,3

HB 1.300-1.800

Lood

13-22

20-60

15

HB 4-14

Aluminium

 

 

 

 

-  zacht

70-90

25

35

HB 200

-  halfhard

110-150

30

40

HB 350

Th. verz. staal

300-500

26

21

 

Hieruit blijkt dat roestvast staal de gunstigste sterkte-eigenschappen heeft; bij de toepassing blijkt dit uit de zeer geringe plaatdikten waarmee gewerkt kan worden.

Lood is weinig elastisch (kleinste elasticiteitsmodulus) en is onder invloed van het hoge eigenwicht gevoelig voor kruip (blijvende vervorming van een materiaal ten gevolge van een belasting). Door zijn grote zachtheid is het goed vervormbaar zonder merkbaar te verharden.

Oppervlakte-eigenschappen

De hechting van patinalagen is goed doch bij regenwateruitlopen moet rekening gehouden worden met de schurende werking van het uitstromende (verontreinigde) water (bijvoorbeeld door daar ter plaatse een grotere materiaaldikte te nemen).

Vuur, explosie en vlakke metalen dakbedekking

Brandbaarheid

Vlakke platen van metaal zijn (m.u.v. eventuele laklagen) onbrandbaar in de zin van NEN 6064 (brandklasse A1).

Brandvoortplanting

Onbehandelde platen kunnen worden ingedeeld in Euroklasse B volgens NEN-EN 13501-1.

Uit beproevingsresultaten van gecoate platen blijkt dat deze kunnen worden ingedeeld in klasse 1-2.

Gedrag bij brand

Uit proeven met een dakbedekking van geprofileerde aluminium platen is gebleken dat een brand beperkt blijft tot de plaats van de brandhaard, omdat de aluminium platen t.g.v. het lage smeltpunt (650°C) smelten. Verspreiding van hitte en rook kan daarom worden voorkomen.

Voor vlakke platen van aluminium alsmede van lood en titaanzink, welke laatste materialen een smeltpunt van 327°C, respectievelijk 419°C hebben, mag hetzelfde verschijnsel verwacht worden.

Er dient rekening mee gehouden te worden dat gesoldeerde verbindingen bij ca. 220°C smelten.

Onbehandelde platen van metaal voldoen aan het gestelde in NEN 6063 betreffende het niet brandgevaarlijk zijn onder de inwerking van vliegvuur.

Gassen, vloeistoffen, vaste stoffen en vlakke metalen dakbedekking

Waterdichtheid

Een dakbedekking met vlakke platen van metaal is regenwaterdicht. Kans op lekkage geven de langs- en dwarsnaden, vooral bij kleine dakhellingen en de aansluitingen op hulpstukken en andere bouwkundige constructies bij onzorgvuldige montage of niet opvolgen van de montagevoorschriften.

Diffusie, vochtopname

Vlakke, metalen platen kunnen als dampdicht beschouwd worden. Het damptransport via de naden naar buiten is, tenzij er speciale aandacht aan de vorm van de naden besteed is, zo gering dat dit buiten beschouwing gelaten kan worden. De platen nemen bovendien geen vocht op zodat, wanneer aan de onderzijde van de platen condensatie optreedt, deze het begin van corrosie van de platen en/of verrotting van de ondergrond kan veroorzaken indien deze niet beschermd is door een scheidingslaag. Om dit te voorkomen dienen ventilatievoorzieningen te worden genomen, zie Ontwerpdetails onder Toepassing.

Veranderingen

De vorming van beschermlagen:

  • Bij de meeste metalen wordt in een normale atmosfeer een oxidelaag gevormd. Deze oxidelaag werkt bij de hier besproken metalen passiverend, d.w.z. het metaal krijgt een hogere potentiaal dan het niet gepassiveerde (actieve) metaal en wordt daardoor meer corrosiewerend (bij staal is de oxide(roest)laag poreus, zodat er geen passief oppervlak ontstaat);
  • Na verloop van tijd vormt zich bij de meeste metalen nog een extra, al dan niet oplosbare, beschermlaag bestaande uit carbonaten, sulfaten of chloriden, de zogenaamde patinalaag; bij aluminium en roestvast staal blijft dit proces uit;
  • In een agressieve atmosfeer kan de vorming van de oxidelaag of andere beschermlagen uitblijven of kunnen deze lagen aangetast worden. Roet bijvoorbeeld werkt als een spons en houdt agressieve stoffen vast en belemmert de reinigende werking van regenwater;
  • Beschermlagen kunnen door regenwater geheel of gedeeltelijk worden weggespoeld, doch na enige tijd herhaalt zich het proces en wordt een nieuwe laag gevormd. Bij uitlopen wordt de patinavorming belemmerd door de schurende werking van het uitstromende water;
  • Bitumenzuur, met regen- of dauwwater afkomstig van een bitumineus dak, belemmert de opbouw van de patinalaag bij een koperen dak;
  • Ter plaatse van mechanische beschadigingen van de patinalaag zal zich na verloop van tijd een nieuwe laag vormen.
Bestandheid
  • Corrosie, algemeen:
    • Metalen hebben de neiging onder invloed van de atmosfeer, zure of zoute oplossingen en/of chemicaliën, terug te keren in hun natuurlijke staat als oxide of sulfide;
    • Onderscheid kan gemaakt worden tussen chemische en elektrochemische corrosie.
  • Chemische corrosie:
    • Bij deze vorm van corrosie wordt het metaal verteerd of omgezet in een nieuwe stof. Dit wordt veroorzaakt door directe of indirecte aanraking met zuren en andere chemicaliën, alsmede door oxidatie met de zuurstof uit de lucht. Zure regen, verbrandings- en uitlaatgassen kunnen eveneens tot aantasting leiden.
    • Ook veelvuldige of langdurige aanwezigheid van vocht in combinatie met kalk- en cementhoudende producten in de ondergrond, alsmede agressieve bestanddelen in de grond kunnen aantasting veroorzaken.

  • Elektrochemische of bimetallische corrosie: deze vorm van corrosie, die onder invloed van een elektrisch geleidende vloeistof optreedt en ook wel contactcorrosie genoemd wordt, is een gevolg van het natuurlijke potentiaalverschil dat tussen de verschillende metalen aanwezig is.

Voor een overzicht van de rangvolgorde van de hier besproken metalen in de spanningsreeks t.o.v. waterstof zie onderstaande tabel.

Metaal

Ion

Potentiaal, Volt

roestvast staal (passief)

CrNi(Mo) 1)

> + 0,50

koper

Cu +

+ 0,47

 

Cu 2+

+ 0,34

waterstof

H +

+ 0,00

lood

Pb 2+

- 0,12

ijzer

Fe 3+

- 0,44

zink

Zn 2+

- 0,76

aluminium

Al 3+

- 1,70

1) waardigheid niet bekend

Hieruit is te zien dat roestvast staal en koper de hoogste plaats innemen; metalen met een lagere potentiaal zijn minder edel en kunnen hierdoor worden aangetast. In principe kan er altijd aantasting optreden indien er een potentiaalverschil tussen metalen bestaat, doch in de praktijk blijkt daarvoor ten minste 1 volt verschil nodig te zijn. De aantasting is sterker naarmate:

  • het ene metaal veel minder edel is dan het andere (bijvoorbeeld aluminium t.o.v. koper);
  • het oppervlak van het minst edele metaal klein t.o.v. het edelere metaal is;
  • de vloeistof, die als elektrolyt optreedt, sterker geleidend is (b.v. zoutoplossingen of bepaalde zuren).

N.B. Door de vorming van de patinalaag kan de plaats in de spanningsreeks wijzigen en het gedrag van de verschillende metalen t.o.v. elkaar veranderen.

Koper

Door het hoge spanningspotentiaal is dit metaal in het algemeen zeer goed bestand tegen corrosie.
Bitumenzuur kan koper aantasten.
De patinalaag die onder natuurlijke atmosferische omstandigheden na 4-30 jaar gevormd is, zal zelfs in een met zwaveldioxide (S02) verontreinigde atmosfeer tot stand kunnen komen.
Een kunstmatig met azijnzuur aangebrachte patinalaag blijkt in de praktijk niet bestand tegen atmosferische invloeden en zal op den duur verdwijnen; pas daarna kan zich de natuurlijke patinalaag vormen. Een fabrieksmatig aangebrachte patinalaag volgens een nieuw procédé blijkt wel bestand.

Titaanzink

De patinalaag, hoofdzakelijk bestaande uit zinkcarbonaat, is onoplosbaar in water en zorgt voor een langdurige bescherming. De snelheid waarmee deze laag gevormd wordt, is afhankelijk van de relatieve vochtigheid van de lucht.
Een hoge concentratie zwaveldioxide (bijvoorbeeld in de buurt van chemische fabrieken) kan een sterk corrosieve werking vertonen.
Ook langdurig contact met (condens)water waarin hoge concentraties verontreinigingen zijn opgelost, zoals organische zuren afkomstig van mosaangroei en grind, alsmede vrije kalk, kan de patinalaag en daarna het eronder liggende zink aantasten.
Oplossingen van zouten, zoutzuur, azijnzuur, zwavelzuur, organische zwavelverbindingen en amoniak hebben bij lage concentraties weinig invloed.

Roestvast staal

Bij roestvast staal wordt, evenals bij aluminium, een zeer dun (chroomnikkel) oxidelaagje gevormd, dat ondoordringbaar en onoplosbaar in water is en goed aan de ondergrond hecht. In een agressieve atmosfeer wordt de oxidelaag bij staal AISI 304 en AISI 316 niet aangetast. In een zeer agressief milieu, zoals in kust- en industriegebieden met een hoge concentratie aan chloorhoudende oplossingen, alsmede zwavel en azijnzuur, is alleen molybdeenhoudend staal AISI 316 bestand tegen corrosie.

Lood

De laag die kort na het aanbrengen van het lood gevormd wordt, bestaat uit loodcarbonaat. Deze laag is onoplosbaar in water, doch hecht niet zo sterk aan het basismateriaal, waardoor deze in de vorm van schilfers gemakkelijk wegspoelt, dit in tegenstelling tot wat men tot voor kort veronderstelde.
De patinalaag die daarna gevormd wordt, bestaat uit loodsulfaat en in een zout milieu bovendien uit loodchloride. Deze laag, dichter dan bij zink, is ook onoplosbaar in water en geeft een langdurige bescherming, ook tegen hoge concentraties zwaveldioxide. Evenals bij zink kan langdurig contact met water waar-in verontreinigingen zijn opgelost, aantasting van het lood veroorzaken; dit geldt met name wanneer de concentraties azijnzuur, looizuur en kiezelzuur te hoog oplopen.

Aluminium

De beschermlaag die na verloop van tijd gevormd wordt, bestaat uit aluminiumoxide (of -hydroxide) en is onoplosbaar in water, hecht goed aan de ondergrond en biedt in een natuurlijke atmosfeer een langdurige bescherming.

In een agressieve atmosfeer wordt de oxidelaag niet aangetast door ammoniak en zwaveldioxide, maar wel door zuren en alkalische invloeden, alsmede agressieve uitlaatgassen; er treedt dan spoedig putcorrosie op. Dit kan worden voorkomen door een beschermlaag in de vorm van een coating of een geanodiseerde laag:

  • gecoat aluminium: door een coating op aluminium aan te brengen wordt de bestandheid tegen corrosie, vooral in een zuur of alkalisch milieu, sterk verbeterd;
  • geanodiseerd aluminium: ook anodiseren heeft een positieve invloed op de bestandheid tegen corrosie, omdat de elektrolytisch aangebrachte oxidehuid harder en beter gesloten is dan een natuurlijk gevormde.
  • Thermisch-verzinkt staal:
    De bestandheid van thermisch-verzinkt staal tegen corrosie komt overeen met die van zink, zolang er een beschermlaagje op het staal aanwezig is.
  • Gecoat thermisch-verzinkt staal:
    De beschermende eigenschappen van gecoat thermisch-verzinkt staal zijn vergelijkbaar met die van gecoat aluminium.

Thermische eigenschappen van vlakke metalen dakbedekkingen

Uitzetting, geleiding

Metalen dakbedekkingen hebben een relatief grote uitzettingscoëfficiënt, titaanzink, lood en aluminium in het bijzonder (zie onderstaande tabel). Dit heeft consequenties voor de maximaal toelaatbare plaatlengte en de bevestigingswijze, zie Ontwerpdetails onder Toepassing.

Zoals uit de tabel ook blijkt is de warmtegeleidingscoëfficiënt van roestvast staal en lood aanzienlijk kleiner dan van koper en aluminium. Bij plaatselijke verhitting (bijvoorbeeld lassen) kan dit bij roestvast staal tot zeer grote spanningen in het materiaal leiden met kans op scheurvorming.

Metaalsoort

Lineaire uitzettingscoëfficiënt, 10-6K-1

Warmtegeleidingscoëfficiënt, W/(m·K)

koper

17

394

titaanzink

22

113

roestvast staal

17

15

lood

29

35

aluminium

24

230

thermisch-verzinkt staal

12

41-52

Warmteweerstand

Gezien de geringe plaatdikte van de verschillende materialen leveren deze een te verwaarlozen bijdrage aan de warmteweerstand (Rc) van het dak. In die gevallen waar minimumeisen aan de warmteweerstand gesteld worden, zal een thermische isolatie moeten worden toegepast.

Gebruikstemperatuur, bestandheid

Alle hier besproken plaatmaterialen, ook de gecoate, zijn bestand tegen temperaturen die liggen tussen 30° en 100°C. In de zomer kunnen de oppervlaktetemperaturen bij platen met lichte kleuren, in de zon oplopen tot 70°C, bij de donkergekleurde zelfs tot 90°C. Een onweersbui kan echter een afkoeling tot 10°C veroorzaken, zodat het materiaal binnen enkele minuten een temperatuurverschil van 80 K moet kunnen opnemen. Dit kan grote inwendige materiaalspanningen veroorzaken waardoor, bij onjuist gebruik van verbindings- en bevestigingsmiddelen, scheurvorming kan optreden, zie ook Ontwerpdetails onder Toepassing.

Rekristallisatietemperatuur

Wordt een materiaal tot boven zijn rekristallisatietemperatuur verhit, b.v. door solderen of lassen, dan veranderen de fysische eigenschappen van het materiaal. De rekristallisatietemperatuur bedraagt voor enkele metalen:

titaanzink

320°C

lood

20°C

aluminium

100°C

Optische eigenschappen van vlakke metalen dakbedekkingen

Kleurechtheid

Geen van de hier besproken onbehandelde plaatmaterialen, met uitzondering van roestvast staal en in mindere mate aluminium, behoudt z'n oorspronkelijke kleur, zie Kleur onder Vorm en afmeting.

Gecoate platen zijn eveneens aan verkleuring onderhevig, doch de snelheid waarmee dit plaatsvindt, hangt af van de kwaliteit van de coating en de invloed van eventuele luchtverontreiniging.

Reflectievermogen

Het reflectievermogen van een metalen dakbedekking (in %) wordt bepaald door de kleur, de oppervlaktestructuur en de mate van eventuele vervuiling van het dak.

Het reflectievermogen van roestvast staal is en blijft, mits niet vervuild, hoog (ca. 90%), dat van aluminium eveneens (ca. 80%), terwijl dat van zink, lood en koper in de aangegeven volgorde afneemt. Bij gecoate platen ligt het percentage tussen 50% voor de lichte en 10% voor de donkere kleuren.

Akoestische eigenschappen van vlakke metalen dakbedekkingen

Contactgeluidsisolatie

Metalen dakbedekkingen leveren, vanwege een te verwaarlozen massa/m2 geen bijdrage aan de contactgeluidsisolatie van een dak; alleen een loden bedekking kan een geringe bijdrage leveren.

Elektriciteit, magnetisme, straling en vlakke metalen dakbedekkingen

Aarding, bliksembeveiliging

Mits de onderlinge verbindingen van de metalen dakbedekking een galvanisch geheel vormen en voldoen aan de criteria gesteld in NEN-EN-IEC 62305 en NPR 1014, kan voor de bliksembeveiliging volstaan worden met een voldoende aarding van het dak.


Toepassing

Functionele bruikbaarheid van vlakke metalen dakbedekking

Vlakke platen van metaal zijn geschikt als dakbedekking voor al dan niet-geïsoleerde, platte, hellende en gebogen daken, alsmede daken met gecompliceerde dakvormen zoals torendaken en dakuitbouwen.

Alle hier besproken bedekkingen zijn geschikt voor het maken van roeven- en felsdaken met een minimum dakhelling van 3°. Met afdichtmaatregelen bijvoorbeeld kit is eventueel een nog kleinere dakhelling mogelijk.

Zinken, aluminium en thermisch-verzinkte platen worden toegepast voor de gangbare woning- en utiliteitsbouw; koperen, zinken, loden, roestvast staal en gecoate platen voor representatieve, dan wel monumentale gebouwen, koper, zink en lood tevens voor de luxe woningbouw.

Voor de restauratie van koperen, zinken en loden daken wordt in de regel weer van hetzelfde materiaal gebruik gemaakt.

Een product vinden? >> Dakbedekking vlakke platen op NBD-Online

Economische bruikbaarheid van vlakke metalen dakbedekking

Vlakke platen van metaal vormen een lichte dakbedekking, waardoor ook de onderconstructie verhoudingsgewijs licht uitgevoerd kan worden. In tegenstelling tot constructies met geprofileerde platen moeten vlakke platen wel over de gehele lengte ondersteund worden.

Door de mogelijkheid banen in één lengte van dakvoet tot nok te leggen, is een snelle montage mogelijk.

Een dakbedekking met koper, lood en roestvast staal behoort voor wat betreft de aanschaf van het materiaal tot de dure dakbedekkingen. De uit de praktijk gebleken grote duurzaamheid van koper en lood geven een dakbedekking met deze metalen een relatief hoge economische waarde. Daarbij vergen daken van koper en lood vrijwel geen onderhoud.

Voor koper en roestvast staal berust de keuze dikwijls op esthetische overwegingen.

De overige metalen dakbedekkingen zijn weliswaar goedkoper in aanschaf, doch hebben, onder vergelijkbare omstandigheden, een kortere levensduur.

Voor de beveiliging tegen blikseminslag kan bij een metalen dakbedekking worden volstaan met een aarding.

Een felsdak is tot een dakhelling van 30° over het algemeen goedkoper dan een roevendak omdat:

  • er geen roef nodig is;
  • er minder materiaal nodig is;
  • een felsdak gemakkelijker in de uitvoering is (o.a. machinaal te felsen).

Ontwerpdetails van vlakke metalen dakbedekking

Onderconstructie

Met het oog op het krimpen en uitzetten van een metalen dakbedekking is een gladde, min of meer wrijvingsloze ondergrond gewenst; opstanden kunnen belemmerend werken. Een zeer glad oppervlak is echter niet geschikt in verband met het gevaar van capillaire werking als er vocht tussen het metaal en de ondergrond komt. De ondergrond moet, behalve bij zink, worden voorzien van een scheidingslaag die dit mogelijk maakt en die ook voorkomt dat schadelijke stoffen uit de ondergrond in contact met de metalen dakbedekking komen; tevens heeft deze laag een geringe geluidsisolerende werking.

Alleen koperen en roestvaststalen dakbedekkingen kunnen ook rechtstreeks op isolatiemateriaal worden aangebracht, mits die voldoende draagkrachtig is, omdat deze bestand zijn tegen condensatievocht.

Bevestiging
  • Algemeen:
    De platen dienen windvast, d.w.z. voldoende stevig en op voldoende plaatsen op de ondergrond bevestigd te worden. Wanneer het plaatmateriaal namelijk gaat trillen of anderszins voortdurend in beweging is, wordt het harder en kan tenslotte te bros worden en breken; dit geldt met name voor koper en zink. Bij de toepassing van lood dient echter rekening gehouden te worden met kans op kruip.
    Speciaal bij het rechtstreeks aanbrengen op een isolatiemateriaal (koper en roestvast staal) moet er rekening mee worden gehouden dat het bevestigingsmateriaal als koudebrug kan gaan werken, indien hiertegen geen maatregelen worden genomen.
  • Roevendaken:
    De roeflatten worden op de ondergrond genageld, tussen isolatiemateriaal gelijmd of er worden klossen ingestort; de h.o.h. afstand volgt uit de werkende plaatbreedte.
  • Felsdaken:
    Bij platen met beperkte lengte (max. 3 m) kan voor de bevestiging volstaan worden met vaste klangen; bij banen dienen ook schuifklangen te worden toegepast. In het laatste geval worden er in de buurt van de nok over een lengte van ca. 1/6 van de plaatlengte vaste klangen aangebracht en wel 4 stuks per m1. De overige klangen zijn schuifklangen, bij de dakvoet over een lengte van minimaal 1 m, ca. 4 stuks per m1, en bij de rest van het dakvlak 3 stuks per m1.
    Bij voorgevormde platen worden de soort, de plaats en het aantal klangen door de desbetreffende leveranciers/fabrikanten opgegeven.
    Voor geïsoleerde constructies worden verhoogde klangen of Z-profielen toegepast.
  • Maximale plaatlengte, overlapping en hellingsprong:
    Zonder speciale voorzieningen kunnen de verschillende plaatsoorten, in verband met de thermische uitzetting, tot de in onderstaande tabel aangeven baanlengten worden toegepast, ervan uitgaande dat een lengteverandering van ca. 15 mm acceptabel is. Voor lood wordt echter geadviseerd, o.a. in verband met de grote massa/m2, geen bladlengte groter dan 1 à 1,5 m en geen oppervlakte groter dan 2 m2 toe te passen.

    Metaalsoort

    Baanlengte

    koper

    9-10

    titaanzink

    7-10

    roestvast staal

    9-10

    lood

    4-5

    aluminium

    6-7

    thermisch-verzinkt staal

    13-14


    Sommige leveranciers leveren felsbanen met een maximale lengte van 18 meter. Daarbij is het zelfs mogelijk, als transport over de weg van deze banen niet mogelijk of onbetaalbaar is, om on-site rolvormen te plaatsen. Aluminium felsbanen kunnen on-site zelfs tot 100 meter worden gefabriceerd.
    Wanneer het dakvlak langer is dan de maximaal toelaatbare baanlengte uit één stuk, dan moet een dwarsnaadverbinding worden toegepast, die de noodzakelijke uitzetting toelaat. Hiervoor komen de in Elementopbouw onder Samenstelling genoemde dwarsnaadverbindingen in aanmerking, maar bij voorkeur de overlapping en de hellingsprong, zonder extra afdichtmaatregelen, respectievelijk tot minimaal 30° en 10° dakhelling.
    Om geen opeenhoping van materiaal ter plaatse van de langsnaad te krijgen, moeten de niet-functionele delen daar ter plaatse weggeknipt worden en dient bij voorkeur een verschervende naad te worden toegepast.
    Voor lood wordt de lengte van de overlap bepaald door de hellingshoek van het dak en wel zodanig dat de verticale projectie van de overlaplengte ca. 75 mm bedraagt (minimale hellingshoek 20°).
    Voor de uitvoering van enkele vervalsprongconstructies is een drietal details opgenomen.
  • Elektrochemische corrosie bij opleggingen en bevestigingsmiddelen:
    Voor een overzicht van het te gebruiken isolatiemateriaal ter voorkoming van elektrochemische corrosie, zie onderstaande tabel.

    Dakbedekking

    Onderconstructie

     

    aluminium

    staal

    hout

    beton

    koper

    A/B/E

    A/B/D/E

    A/B

    A/B/C

    titaanzink

    - (F)

     (F)

    -

    F

    roestvast staal

    -

    E

    -

    A/B/C

    lood

    A/C

    C

    A/C

    A/C

    aluminium

    -

    -

    A/B

    A/B

    thermisch-verzinkt staal

    C/D/E

    C/E

    A/B

    A/B


    A = dakrol op basis van bitumen
    B = kunststoffolie
    C = bitumineuze verf
    D = kit
    E = oppervlaktebehandeling
    F = glasvlies
    -  = geen
  • Ventilatievoorzieningen:
    Voor metalen dakbedekkingen dienen bij voorkeur tweeschalige geventileerde dakconstructies te worden toegepast. Om een gelijkmatige ventilatie van het dak te krijgen dienen de aanvoer- en afvoeropeningen bij een dakhelling van 3°-20°, 2‰ resp. 2,5‰ van het bijbehorende dakoppervlak te zijn, doch minimaal 200 cm2/m1. De minimale spouwhoogte dient dan 100 mm te bedragen. Bij een dakhelling boven 20° dient deze laatste waarde 50 mm te bedragen.
    Voor ontluchting van de nok wordt deze voorzien van sleufvormige afvoeropeningen en/of er worden ventilatiekapjes geplaatst.
    Voor grote dakvlakken is het dikwijls noodzakelijk additionele ventilatievoorzieningen toe te passen.
    De toepassing van warmdakconstructies voor metalen dakbedekkingen wordt in het algemeen ontraden.

Andere toepassingen van vlakke metalen dakbedekking

Vlakke platen van metaal worden behalve als dakbedekking ook als gevelbekleding toegepast.


Verwerking en montage

Transport van vlakke metalen dakbedekking

  • Platen van beperkte lengte worden op pallets of in kratten geleverd;
  • Banen worden los of in pakketten aangevoerd;
  • Voorzichtigheid tijdens het transport is geboden, ten einde beschadiging van het plaatoppervlak, ook aan de niet-zichtzijde, te voorkomen.

Opslag van vlakke metalen dakbedekking

  • Platen en banen dienen, voldoende ondersteund en vrij van elkaar, iets hellend te worden opgeslagen. Rollen kunnen staand of liggend worden opgeslagen, mits de randen voldoende beschermd zijn;
  • Langdurige opslag dient te geschieden in een droge, goed geventileerde ruimte; ook blootstelling aan overmatige hitte dient vermeden te worden.

Voorbereiding voor vlakke metalen dakbedekking

  • Bevestigingslatten in een betonnen ondergrond moeten van tevoren worden ingestort;
  • Goten en daklijsten worden in de regel vooraf gemonteerd;
  • Nadat de maten van het dak zijn opgenomen, wordt dit in banen opgedeeld, die in de regel van dakvoet naar nok verlopen, doch bij torens ook wel evenwijdig aan de dakvoet;
  • De onderconstructie dient zo nodig vlak en vrij van scherpe delen (draadnagels, ook i.v.m. roestgevaar) te worden gemaakt, waarna zo nodig een  scheidingslaag wordt aangebracht;
  • Om een ongestoorde voortgang van de werkzaamheden, ook tijdens regen, mogelijk te maken kunnen nooddakvoorzieningen getroffen worden.

Montage van vlakke metalen dakbedekking

  • Opstanden en vouwen worden zoveel mogelijk op de begane grond en, zo mogelijk in de werkplaats, aan de platen gezet. De werkvloer mag niet ruw zijn;
  • Montage geschiedt door de loodgieter/dakdekker, door een gespecialiseerd bedrijf of door de fabrikant/importeur;
  • Zowel voor roeven- als voor felsdaken wordt er van onder naar boven en baan voor baan gewerkt. Van tevoren zijn klangen en roeflatten aangebracht, roeflatten bij voorkeur "op steek" genageld;
  • Platen met felsranden worden met de hoge opstand afwaterend naar de zijde van de overheersende windrichting gelegd;
  • Voor de bewerking en verwerking is een groot aantal op het materiaal afgestemde gereedschappen beschikbaar. Het felsen geschiedt tegenwoordig nagenoeg uitsluitend machinaal, alleen voor kleine dakvlakken en moeilijke details vindt nog verwerking met de hand plaats;
  • Niet-geprefabriceerde hulpstukken en aansluitingen worden in de werkplaats aan de hand van detailtekeningen vervaardigd en samengesteld. De afmetingen worden zo nodig aan de hand van opmetingen in het werk bepaald.

Bewerkbaarheid van vlakke metalen dakbedekking

De platen zijn met het op het materiaal afgestemde gereedschap in te korten, te vouwen of op andere wijze te vervormen.


Onderhoud

Onderhoud van vlakke metalen dakbedekking

Het onderhoud blijft in de regel beperkt tot het schoonmaken van het dak en het verwijderen van vreemde voorwerpen.

Reparatie van vlakke metalen dakbedekking

Eventueel beschadigde platen kunnen worden vervangen door nieuwe platen.


Economische factoren

Prijzen van vlakke metalen dakbedekking

De prijzen zijn sterk onderhevig aan de schommelingen van de wereldmarktprijzen voor metalen. Bovendien zijn de prijzen sterk kwantumgebonden, zodat voor elk project een offerte dient te worden aangevraagd.

Milieu en gezondheid

Duurzaamheid van vlakke metalen dakbedekking

De duurzaamheid van een metalen dakbedekking is voornamelijk afhankelijk van de materiaalsoort en materiaaldikte en het al of niet inwerken van schadelijke stoffen hierop.

Betrouwbaar vergelijkend onderzoek naar de levensduur van metalen dakbedekkingen is niet bekend. Onderstaande waarden, die berusten op gegevens van fabrikanten en uit de literatuur, zijn dan ook slechts een indicatie.

Onder gunstige omstandigheden, d.w.z. de concentraties schadelijke stoffen blijven binnen bepaalde grenzen, kan voor koper en lood op een levensduur van meer dan 100 jaar gerekend worden, voor zink van 50-100 jaar, voor aluminium en roestvast staal van 40-60 jaar (mits periodiek schoongemaakt) en voor thermisch-verzinkt staal van 20-30 jaar; in gecoate uitvoering kunnen deze waarden met 10-20 jaar worden verhoogd, een en ander afhankelijk van de soort coating. In een (zeer) agressief milieu dienen bovenstaande gegevens, behalve voor koper, met een factor 0,25-0,50 te worden gereduceerd.

Omstandigheden die de levensduur van alle genoemde metalen negatief beïnvloeden, zijn sterke vuilafzetting (roet) en de aanwezigheid van uitlaat- of rookgassen met hoge concentraties schadelijke stoffen. De levensduur van de afzonderlijke metalen kan nadelig worden beïnvloed door de inwerking van:

  • zwaveldioxide op zink en thermisch-verzinkt staal;
  • zuren op roestvast staal en aluminium;
  • chloorhoudende oplossingen op roestvast staal dat geen molybdeen bevat (RVS 304);
  • azijnzuur, looizuur en kiezelzuur op lood.

Verenigbaarheid van vlakke metalen dakbedekking

Direct contact van een bepaalde metaalsoort met een ander metaal, sommige houtsoorten of bitumina dient vermeden te worden in verband met de kans op het ontstaan van (elektro)chemische corrosie, zie Bestandheid onder Prestaties. Dit geldt met name bij opleggingen en voor bevestigingsmiddelen, zie ook Ontwerpdetails onder Toepassing.

Neveneffecten van vlakke metalen dakbedekking

Het van loden en koperen daken afkomstige regenwater bevat giftige bestanddelen.

Water dat van metalen daken afstroomt, kan stoffen meevoeren die strepen op eronder liggende bouwdelen veroorzaken, tenzij het desbetreffende metaal een oppervlaktebehandeling heeft ondergaan. Bij niet-geïsoleerde dakconstructies kan bij een zware regen- of hagelbui een meer of minder opvallend geroffel optreden.

Onvoldoende bevestigde, zeer dunne platen kunnen bij veel wind gaan klepperen.

Referenties

Geraadpleegde en ter zake doende literatuur

Bouwbesluit

Documentatie van leveranciers

MCB Boek Online

Normen en praktijkrichtlijnen

Normen en praktijkrichtlijnen van het Nederlands Normalisatie-instituut (NNI)

NTA 8800

Energieprestatie van gebouwen - Bepalingsmethode

NEN 5255

Anodische oxidelagen op aluminium en aluminiumlegeringen aangebracht volgens een gelijkstroom/zwavelzuur- of gelijkstroom/zwavelzuur/oxaalzuur-proces - Eisen en keuringsmethoden

NEN 6063

Bepaling van het brandgevaarlijk zijn van daken

NEN 6064

Bepaling van de onbrandbaarheid van bouwmaterialen

NEN 6066

Bepaling van de rookproductie bij brand van bouwmateriaal (combinaties)

NEN 6701

Technische grondslagen voor bouwconstructies - TGB 1990 - Namen en symbolen voor grootheden

NEN 6707

Bevestiging van dakbedekkingen - Eisen en bepalingsmethoden

NPR 1014Bliksembeveiliging - Leidraad bij de NEN-EN-IEC 62305 reeks

 

Euronormen

NEN-EN 501

Dakbedekkingsmateriaal van metaalplaat - Specificatie voor volledig ondersteunde dakbedekkingsmaterialen van zinkplaat

NEN-EN 504

Dakbedekkingsmateriaal van metaalplaat - Specificatie voor volledig ondersteunde dakbedekkingsmaterialen van koperplaat

NEN-EN 505

Dakbedekkingsmateriaal van metaalplaat - Specificatie voor volledig ondersteunde dakbedekkingsmaterialen van staalplaat

NEN-EN 507

Dakbedekkingsmateriaal van metaalplaat - Specificatie voor volledig ondersteunde dakbedekkingsmaterialen van aluminiumplaat

NEN-EN 612

Dakgoten met kraal en hemelwaterafvoerbuizen van metaalplaat

NEN-EN 988

Zink en zinklegeringen - Technische leveringsvoorwaarden voor gewalste platte producten voor de bouw

NEN-EN 1462

Beugels voor dakgoten - Eisen en beproeving NEN-ISO 1518 Verven, lakken en vernissen - Krasproef

NEN-EN 1990

Eurocode 0: Grondslagen van het constructief ontwerp

NEN-EN 1993-1-1

Eurocode 3: Algemene regels en regels voor gebouwen

NEN-EN 1995-1-2

Eurocode 5: Ontwerp en berekening van houtconstructies, met nationale bijlage - Deel 1-2: Algemeen - Ontwerp en berekening van constructies bij brand

NEN-EN 10020

Definitie en indeling van staalsoorten

NEN-EN 10088-1

Roestvaste staalsoorten - Deel 1: Lijst van roestvaste staalsoorten

NEN-EN 10346

Continu-dompelbeklede platte staalproducten - Technische leveringsvoorwaarden

NEN-EN 13501-1

Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag

NEN-EN-ISO 1461

Door thermisch verzinken aangebrachte deklagen op ijzeren en stalen voorwerpen - Specificaties en beproevingsmethoden

NEN-EN-IEC 62305

Bliksembeveiliging

 

Normen van het Deutsche Institut für Normung (DIN)

DIN 17007-4

Systematik der Hauptgruppen 2 und 3: Nichteisenmetalle

DIN 18339

VOB Vergabe- und Vertragsordnung für Bauleistungen - Teil C: Allgemeine Technische Vertragsbedingungen für Bauleistungen (ATV) - Klempnerarbeiten

DIN 59610

Blei und Bleilegierungen - Gewalzte Bleche aus Blei zur allgemeinen Verwendung

DIN EN 988

Zink und Zinklegierungen - Anforderungen an gewalzte Flacherzeugnisse für das Bauwesen

DIN EN 1172

Kupfer und Kupferlegierungen - Bleche und Bänder für das Bauwesen

DIN EN 1652

Kupfer- und Kupferlegierungen - Platten, Bleche, Bänder, Streifen und Ronden zur allgemeinen Verwendung

DIN EN 10088-1

Nichtrostende Stähle - Teil 1: Verzeichnis der nichtrostenden Stähle

 

Normen van het British Standards Institution

BS EN 12588

Lead and lead alloys. Rolled lead sheet for building purposes

CP 143

Code of practice for sheet roof and wall coverings

 

Voorschriften en adviezen

Vereniging Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland (Vereniging ION)

NBD-Online gebruikt cookies om bepaalde voorkeuren te onthouden en af te stemmen op uw vakmatige interesse. Meer informatie