Basiskennis Bouwkunde: Montagewanden

Basiskennis Bouwkunde, waar moet je op letten bij het samenstellen van een montagewand 

Omschrijving

Montagewanden zijn niet-dragende, lichte binnenwanden, die ter plaatse worden opgebouwd uit geheel of gedeeltelijk geprefabriceerde onderdelen, zoals stijlen en regels, beplating en vulling. De beplating bestaat in de meeste gevallen uit gipskartonplaten, zodat bij de opzet van deze tekst wordt uitgegaan van dit materiaal, tenzij anders vermeld.

Meteen een product of leverancier vinden? >> Montagewanden op NBD-Online

Kenmerken

  • Gipswanden;
  • Lichte scheidingswanden;
  • Brandwerend en geluidsisolerend;
  • Voorzetwand.

Referentienummers


Samenstelling

Systeemopbouw van montagewanden

Montagewanden zijn opgebouwd uit een frame van onder- en bovenregels, waartussen op regelmatige afstand verticale stijlen zijn aangebracht. De regels en wandstijlen zijn met een tussenlaag van veerkrachtig dichtingsmateriaal op de afgewerkte vloer en tegen de omringende bouwdelen bevestigd. Tussen de stijlen bevinden zich extra horizontale regels of verstevigingen, die nodig zijn voor het bevestigen van zware voorwerpen. De beplating is tweezijdig aangebracht.

Afhankelijk van de te stellen eisen kan zowel de draagconstructie (stijlen en regels) als de beplating enkel of dubbel zijn uitgevoerd.

In de wand kunnen leiding voor elektriciteit en sanitair zijn opgenomen, waarbij de mogelijkheid aanwezig moet zijn deze ook horizontaal te monteren. Ter verhoging van de thermische en akoestische isolatie en brandwerendheid worden in de wand minerale wol in dekens of platen aangebracht.

Materiaal van montagewanden

  • Stijl- en regelwerk:
    • Hout;
    • U-vormige stalen profielen, sendzimir verzinkt;
    • Aluminium profielen.
  • Beplating:
    • Gipskartonplaten (meest toegepast);
    • Spaanplaten;
    • Houtwolcementplaten (voor stukadoren  → weinig toegepast).
  • Vulling:
    • Dekens of platen van minerale wol, die geschikt zijn voor verticale toepassing zodat uitzakken wordt voorkomen.

Toebehoren bij montagewanden

Voor het monteren van de uit gipskartonplaten samengestelde montagewanden zijn speciaal hiervoor bestemde hulpmiddelen benodigd:

  • Bevestigingsmaterialen: speciale nagels, nieten en speciale zelftappende schroeven;
  • Omegaprofielen met afdekprofielen  voor het klemmen van de platen tegen de stijlen;
  • Voegafwerkingsmaterialen: door de gipskartonfabrikanten wordt speciaal voegafwerkingsgips geleverd met bijbehorend voegband;
  • Speciale wandcontactdozen, bestemd voor klemming op de beplating;
  • Speciale bevestigingsmiddelen voor het ophangen van lichte voorwerpen;
  • Voor de meest gangbare wanddikten zijn standaard binnendeurkozijnen leverbaar.
Een product of leverancier vinden? >> Montagewanden op NBD-Online

Vorm en afmeting

Afmetingen van montagewanden

Montagewanden worden verdiepingshoog opgebouwd. De meest toegepaste plaatdikte is 12,5 mm bij een breedte van 1.200 mm. Omdat de plaatlengte niet altijd toereikend is voor de gewenste verdiepingshoogte, ontstaan horizontale naden, die worden ondersteund en zorgvuldig onzichtbaar worden afgewerkt.

Tabel 1: Maximale stijlafstanden (mm), platen loodrecht op of evenwijdig aan de overspanning

Plaatdikte

Loodrecht

Evenwijdig

Evenwijdig, geklemd

9,5*

500

420

420

12,5

650

625

625

15

750

625

700

18

900

625

800

*) Wordt geadviseerd niet toe te passen bij enkele beplating.

Tabel 2: Afmetingen van houten stijlen in enkele en dubbele wanden

Toepassing

Max. wandhoogte

mm

Stijlbreedte

mm

Stijldikte

mm

Woningen

2.750

60

60

 

4.000

48

80

Bedrijfsruimten

2.750

48

80

 

4.000

48

100

 

Tabel 3: Afmetingen van geprofileerde stalen stijlen in enkele wanden

Toepassing

Max. wandhoogte

Plaatdikte

Profielhoogte (mm)

60

75

100

mm

mm

Materiaaldikte (mm)

Woningen

2.750

12,5

0,75

0,60

0,60

15 - 18

 

0,75

0,60

3.500

12,5

1,00

0,60

0,60

15 - 18

 

1,00

0,60

4.500

12,5

 

0,75

0,60

15 - 18

 

1,00

0,60

Bedrijfsruimten

2.750

12,5

 

0,75

0,60

15 - 18

 

 

0,60

3.500

12,5

 

 

0,60

15 - 18

 

 

0,75

4.500

12,5

 

 

0,75

15 - 18

 

 

1,00

 

De dikte van de wand wordt bepaald door de afmetingen van de stijlen, de dikte van de beplating en de wijze van construeren. De dunste wand is circa 70 mm.

Indien de wand een in het zicht blijvende verticale geleding zal behouden, kan met montagewanden een zodanige verdeling worden gemaakt dat alle panelen dezelfde breedte zullen hebben. Uiteraard vraagt dit meer arbeid en materiaalverlies.

Toleranties: omdat de wand in losse onderdelen op het werk wordt aangevoerd en ter plaatse gemonteerd, is het inpassen in de ruwbouw nauwelijks een probleem. Mochten zich ongewild grotere maatafwijkingen in de ruwbouw voordoen dan was bedoeld, dan is het met de meeste typen montagewanden mogelijk deze op te vangen.

Bij het monteren vragen de aansluitingen tegen vloer, wanden en plafond uiteraard de nodige aandacht, opdat de flexibiliteit in de aansluitingen aanwezig is en blijft, die nodig is om kleine verplaatsingen in horizontale en verticale richting, evenwijdig aan de wand, te kunnen opnemen. Daarbij moet de dichting van de aansluitingen gewaarborgd blijven en mag de wand niet worden beschadigd.

Gewicht van montagewanden

Het gewicht van montagewanden ligt tussen de 200 en 700 N/m2. Deze wanden kunnen op de vloer worden geplaatst, waarbij de belasting van de wand wordt beschouwd als een gelijkmatig verdeelde belasting van 500 N/m2 over de gehele vloer.

Uiterlijk van montagewanden

Oppervlaktestructuur

Het oppervlak van de wanden kan, afhankelijk van de toepassing, zijn:

  • Naadloos, glad;
  • Verticaal geleed, al dan niet gelijk verdeeld over de breedte;
  • Met horizontale indelingen en verschillende beplatingen/vullingen.

Tabel 4: Voegen naadloos of in het zicht

Plaattype

Afwerking

Voegen

Gipskartonplaten

Behang o.d. of pleisterlaag van speciaal gips

Naadloos of in het zicht

Spaanplaten

Behang o.d.

In het zicht

Houtwolcementplaten

Pleisterlaag

Naadloos

Spaanplaat blijft uitzetten en krimpen, zodat naadloos afwerken scheurvorming zou geven.

Naadloze voegafwerking, gipskartonplaten:

  • Vlakke naad: voegvulmiddel en voegband
  • Hoeknaad inwendige hoek:
    • Voegband, zorvuldig afgestreken;
    • Inwendige hoek kartonlaag laten doorlopen (moeilijk uit te voeren)
    • Pleisterlaag speciaal gips, bij te verwachten bewegingen insnijden.

 

Voegen in het zicht, gipskartonplaten en spaanplaten:

  • V-naad;
  • Ronde naad/ronde kanten;
  • Omegaprofiel.
Neveneffecten

Volgens de Warenwet moet spaanplaat minimaal voldoen aan formaldehyde-emissieklasse E1. De uit spaanplaat vrijkomende formaldehyde kan irritatie van slijmvliezen en luchtwegen veroorzaken. Indien de platen zijn afgewerkt met een afsluitende laag zoals verf, fineer of folie, kan deze afgifte worden beperkt. Het probleem van formaldehyde in spaanplaat en MDF is weliswaar verminderd, maar formaldehydevrije spaanplaat en MDF verdienen toch de voorkeur.


Prestaties

Mechanische eigenschappen van montagewanden

In tabel 3, gebaseerd op DIN 18181 en DIN 18183, worden voor de verschillende wandconstructies plaatdikte, stijlafstand en stijlafmetingen aangegeven. Op plaatsen waar extra stijfheid of sterkte gewenst is, kunnen betrekkelijk eenvoudig extra stijlen, regels of beplating worden aangebracht.

Voor het ophangen van lichte voorwerpen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • De som van de verticale lasten bedraagt maximaal 300 N/m;
  • Tenminste 200 mm horizontale afstand tussen lasten > 150 N;
  • Enkele lasten maximaal 150 N;
  • Horizontale koppelkrachten maximaal 100 n, lastarm minimaal 100 mm.

Sterkte-eisen die aan montagewanden worden gesteld, worden ontleend aan de richtlijnen van de UEAtc. De blijvende doorbuiging van een wand mag niet meer bedragen dan 1/500 van de hoogte met een maximum van 5 mm; bij een wandafwerking met keramische tegels 1/1000.

Proeven hebben aangetoond dat bij eventueel doorzakken van de bovenliggende vloer circa 7 mm zonder schade door de wand kan worden opgenomen, doordat de beplating als het ware wat schuift. Bij een doorbuiging van meer dan 13 mm kan knik van de platen optreden.

Vuur, explosie en montagewanden

Met gipskartonplaten en pleisterwerk op pleisterdrager of op houtwolcementplaten is een voldoende brandwerendheid te bereiken, mits de voegafdichting zorgvuldig en volgens voorschrift van de fabrikant of volgens een beproevingsrapport is uitgevoerd. De aansluitingen met de ruwbouw worden tegen branddoorslag afgedicht met steenwol.

Frames van metaal zijn in het nadeel ten opzichte van houten frames. Beide soorten wanden voldoen aan de eis van 20 minuten brandwerendheid. Indien een brandwerendheid wordt geëist van 60 minuten, kan een montagewand daaraan voldoen door de constructie aan te passen: dubbele beplating en eventueel een isolatie van minerale wol.

Gassen, vloeistoffen, vaste stoffen en montagewanden

Bestandheid
  • Gipskartonplaat en spaanplaat zijn vochtgevoelig. Door inwerking van vocht kan vorm- en sterkteverlies optreden, de kartonlaag verwerken en bij spaanplaat zwelling ontstaan. Gipskartonplaten kunnen niet zonder speciale voorzieningen worden toegepast in natte ruimten. Voor toepassing in natte ruimten bieden de meeste fabrikanten speciale glasvliesversterkte en/of geïmpregneerde gipskartonplaten of gipsvezelplaten, die een sterk verminderde vochtgevoeligheid hebben. Voor de afwerking van deze platen worden speciale vochtbestendige afwerkingsproducten geleverd. Ook de aansluitingen met wanden en vloer moeten waterdicht met een plastisch blijvende kit en kimband worden gedicht of anderszins absoluut waterdicht worden afgewerkt.
  • Bij spaanplaat kan bij vochttoetreding onherstelbare deformatie optreden. Een natte gipskartonplaat toegepast als wandplaat krijgt bij droging zijn oorspronkelijke sterkte terug zonder vormverlies. Wanneer echter de aangebrachte afwerklagen de kartonlaag beschadigen doordat ze van de natte gipskarton loslaten, wordt de sterkte wel aangetast.
  • In ruimten waar de vloer nat kan worden, moet bij voorkeur de gipskartonplaat 50 mm boven de afgewerkte vloer eindigen, tenzij een waterdichte plint wordt toegepast.
Veranderingen
  • Lineaire vormverandering ten gevolge van wisselende relatieve luchtvochtigheid in zomer en winter: gipskartonplaat 0,2 mm/m; spaanplaat 2 mm/m.
  • De ten gevolge van de steeds wisselende luchtvochtigheid optredende bewegingen moeten zonder schade aan de afdichting worden opgenomen door de aansluitingen. Bij spaanplaat zijn daarom in het zicht blijvende naden tussen de platen noodzakelijk. Het tegen elkaar aansluiten van de aan te brengen beplating dient te gebeuren met platen die voldoende droog zijn (vochtgehalte < 15 %). Wordt een houten frame toegepast, dan mag het vochtgehalte van het hout niet hoger zijn dan 18 %.

Thermische eigenschappen van montagewanden

Indien thermische isolatie wordt verlangd is de reeds aanwezige geluidsisolerende minerale wol meestal voldoende. Door de hoeveelheid te vergroten, en daarmee de wanddikte, kan de thermische isolatie eenvoudig worden opgevoerd.

Akoestische eigenschappen van montagewanden

Montagewanden zijn door de grote verscheidenheid in mogelijkheden van constructie en door toepassing van het materiaal gipskartonplaat, geschikt voor niet-dragende binnenwanden met goede geluidsisolerende kwaliteiten (lage dynamische stijfheid, zogenaamd buigslap en relatief hoge massa).

Een belangrijke voorwaarde hierbij is echter dat de wand geen geluidlekken vertoont. De aansluiting op de omringende bouwdelen wordt hiertoe afgedicht met een veerkrachtig materiaal, zoals bouwvilt, kunststof schuimband, elastisch blijvende kit.

Constructies met dubbel stijl- en regelwerk en dubbele beplating vormen buigslappe wanden van goede kwaliteit (luchtgeluidsisolatie 50 dB).


Toepassing

Functionele bruikbaarheid van montagewanden

Montagewanden worden toegepast in de woning- en utiliteitsbouw, nieuwbouw en vernieuwbouw, voornamelijk op die plaatsen waar snel, eenvoudig en droog in het afbouwstadium een lichte, doch aan de eisen ten aanzien van brandveiligheid en geluidwering voldoende, wand moet worden geplaatst. Verplaatsbaarheid is geen eis. De wanden blijven demontabel, waaronder wordt verstaan dat zij betrekkelijk eenvoudig zijn af te breken, te demonteren. Wanden met geschroefde of geklemde panelen voldoen het beste. De gestukadoorde wanden met een pleisterdrager of houtwolcementondergrond hebben geen restwaarde.

Een product of leverancier vinden? >> Montagewanden op NBD-Online

Economische bruikbaarheid van montagewanden

Montagewanden kunnen worden beoordeeld aan de hadn van de UEAtc. De fabrikant kan een KOMO-attest verkrijgen, indien aan bepaalde eisen wordt voldaan, die o.a. zijn ontleend aan de UEAtc. In de KOMO-certificaten database staat vermeld voor welke wanden een attest is afgegeven.

Alternatieve toepassingen van montagewanden

Lichte montagewanden kunnen ook als voorzetwand worden toegepast, waarbij de gevel aan de binnenzijde wordt geïsoleerd tegen koude en geluid.


Verwerking en montage

Transport van montagewanden

Het transport naar de bouwplaats geschiedt in pakketten onverpakt, de platen liggen horizontaal met de voorzijde twee aan twee op elkaar.

Op de bouwplaats worden de pakketten vervoerd met daarvoor geschikt materieel. De platen zelf moeten hoogkant worden gedragen.

Opslag van montagewanden

De platen worden zo kort mogelijk voor de verwerking aangevoerd en liggen opgeslagen in een droge ruimte, op een vlakke schone vloer of op een latwerk, h.o.h. 40 mm.

Randen en hoeken beschermen tegen beschadiging.

Verwerking van montagewanden

In alle gevallen dienen de montageaanwijzingen van de fabrikant te worden gevolgd.

Bij toepassing van een houten frame wordt tussen de beplating, frame en de bovenliggende vloer een met een veerkrachtig materiaal (minerale wol) gevulde voeg aangehouden van 10 mm, om mogelijke doorbuiging van de vloer te kunnen opnemen, zonder dat de wand wordt beschadigd. Indien een metalen frame wordt verwerkt, worden de stijlen aan de bovenkant 10 à 15 mm korter gehouden.

De gipskartonplaten worden, circa 10 mm los van de vloer, tegen de stijlen bevestigd, niet tegen de bovenregel, met nagels, nieten of schroeven. De zelftappende schroeven zijn speciaal bedoeld voor bevestiging tegen metalen stijlen en worden verwerkt met een elektrische schroevendraaier met diepteregeling.

Het nagelen gebeurt met een hamer met gebolde kop (niet drevelen), zodat de platen niet worden beschadigd. Het nieten gebeurt met een al dan niet automatisch nietapparaat.

  • Nagels, max. h.o.h. 150 - 200 mm;
  • Nieten, max. h.oh. 80 mm;
  • Schroeven, max. h.o.h. 150 - 200 mm;
  • Klemmen met omegaprofiel (en afdekprofiel).

De bevestigingsmiddelen worden recht in de plaat gedreven, zodanig, dat de kop niet door de kartonlaag snijdt maar toch voldoende wordt verzonken.

De voegen tussen de platen met afgeschuinde langskanten dienen, om een vlakke afwerking te verkrijgen, te worden gevoegd met een speciaal voegafwerkingsgips met bijbehorend voegband. Uitwendige hoeken worden beschermd met een versterkt hoekvoegband.

De kleine oneffenheden rondom de nagel-, niet- en schroefkoppen worden eveneens met het gips weggewerkt. De voegafwerking geschiedt in fasen, met de hand en bij grote objecten op mechanische wijze. Er dient speciaal gelet te worden op de juiste opbouw van de afwerking.

Bij de platen met rechte langskanten worden de voegen afgewerkt met een afdekprofiel, dat past in het omegaprofiel, waarmee de platen tegen de stijlen zijn geklemd.

Afwerking van montagewanden

Gipskartonplaten kunnen worden afgewerkt met behang, verf, kunststofbekleding en tegels. Vóór het aanbrengen van behang dient een grondlaag te worden aangebracht, zodat het behang later verwijderd kan worden (afgestoomd), zonder de kartonlaag te beschadigen. Ook bij schilderen is deze voorbehandeling nodig, omdat de gipsplaat sterk zuigend is. Bij een afwerking met tegelwerk worden de tegels bevestigd met een watervaste lijm en de voegen waterdicht afgewerkt.

Materiaalverbruik van montagewanden

Door de gipskartonfabrikanten wordt opgegeven dat met een materiaalverlies van 2 tot 5 % moet worden gerekend. Openingen < 2 m2 worden, bij het bepalen van de materiaalhoeveelheden, niet meegerekend.

Montagetijd van montagewanden

Montagewanden vragen in het werk meer arbeid dan de ermee vergelijkbare elementenwanden. Zij hebben echter het voordeel van een grotere aanpasbaarheid aan de ruwbouw.

De stijlen worden in het werk geplaatst, passtukken worden ter plaatse gemaakt.

Ook kan het ter plaatse inbrengen van leidingen, zonder hakken of breken en met slechts weinig gevaar voor het nadelig beïnvloeden van de geluidsisolatie, een winstpunt zijn.

Het afstemmen van de verschillende disciplines op elkaar, en de daarbij behorende voorzieningen, is minder kwetsbaar. Een groot deel van de elektrische installatie wordt pas in een later stadium definitief gemaakt, hetgeen grotere vrijheid van handelen toelaat.

Samenwerking tussen elektricien en monteur van de wanden blijft noodzakelijk.

Bewerkbaarheid van montagewanden

De platen kunnen goed worden gezaagd (handzaag), geraspt en geboord (sparingen voor wandcontactdozen e.d.) ook worden de platen met een scherp mes op maat gesneden. Aan de voorzijde wordt het karton doorgesneden en de gipskern in één slag doorgebroken, waarna het karton aan de achterzijde wordt doorgesneden.


Onderhoud

Wanneer de keuze van de wand is afgestemd op het te verwachten gebruik, vragen montagewanden weinig onderhoud. Beschadigingen dienen altijd spoedig te worden hersteld.

Gipskartonplaten hebben het nadeel, dat als met repareren wordt gewacht, het materiaal steeds verder weg brokkelt. Beschadigingen die watertoetreding tot gevolg zouden kunnen hebben, dienen onverwijld te worden hersteld. Reparaties kunnen worden uitgevoerd met stukjes gipskarton en/of gips; het vernieuwen van een enkele plaat is mogelijk.


Economische factoren

Prijzen van montagewanden

De prijs van montagewanden loopt nogal sterk uiteen, omdat er met vrijwel hetzelfde basismateriaal veel variaties zijn op te bouwen. Iedere fabrikant kan nauwkeurig zijn prijs van een bepaald type wand opgeven.

Referenties

Normen
  • NEN-EN 520 - Gipsplaten - Definities, eisen en beproevingsmethoden
  • NEN-EN 13963 - Voegvulmaterialen voor gipsplaten - Definities, eisen en beproevingsmethoden
  • NEN-EN 14353 - Metalen profielen voor gebruik met gipsplaten - Definities, eisen en beproevingsmethoden
  • NEN-EN 15283-1 - Met vezel versterkte gipsplaten - Definities, eisen en beproevingsmethoden - Deel 1: Met matten versterkte gipsplaten
  • NEN-EN 15283-2 - Met vezel versterkte gipsplaten - Definities, eisen en beproevingsmethoden Deel 2: Met vezel versterkte gipsplaten
  • NEN-EN 13915 - Vooraf gefabriceerde gipswandplaten met kartonnen kern - Definities, eisen en beproevingsmethoden
  • NEN-EN 13950 - Samengestelde panelen van gipsplaten voor thermische en geluidisolatie - Definities, eisen en beproevingsmethoden

 

  • DIN 18180 - Gipsplatten - Arten und Anforderungen
  • DIN 18181 - Gipsplatten im Hochbau - Verarbeitung      
  • DIN 18183-1 - Trennwände und Vorsatzschalen aus Gipsplatten mit Metallunterkonstruktionen - Teil 1: Beplankung mit Gipsplatten
  • DIN 4103-1 - Nichttragende innere Trennwände - Teil 1: Anforderungen und Nachweise
Uitvoeringsvoorschriften en wenken
  • Bouwbesluit 2012.
  • Gemeenschappelijke beoordelingsrichtlijnen voor lichte scheidingswanden (Union Européenne pour l’Agrément technique dans la construction (UEAtc)).

 

Klik hier om terug te gaan naar de themapagina wanden.

NBD-Online gebruikt cookies om bepaalde voorkeuren te onthouden en af te stemmen op uw vakmatige interesse. Meer informatie