Weg met witte waas van vergipsing op baksteen gevels

Vandersanden licht een tipje van de grauwsluier op en opent de deur naar een sluiervrije gevel.

Baksteen gevels: heel Nederland staat er al eeuwen vol mee, dus je zou denken dat de kinderziektes er wel uit zijn. Dat een bewezen techniek nog altijd verbeterd kan worden, bewijst Vandersanden met de geïmpregneerde baksteen. Over het ontwikkelproces, van probleemstelling tot oplossing, sprak ik met Maarten Wauters, R&D Manager bij Vandersanden.

Witte waas werpt vragen op

Soms ontstaat op een baksteen gevel een witte of grijze waas. Dat kan zich vrij snel na de bouw voordoen, maar ook maanden of zelfs jaren later. Afhankelijk van wanneer de uitslag zich voordoet en waar op de gevel deze optreedt zijn er verschillende soorten uitbloeiïng te onderscheiden.

Tijdens of kort na het metselen

Vroege witte uitslag wordt – zoals de naam al suggereert – al tijdens of vlak na het metselen van een gevel zichtbaar. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen uitslag die vooral op de stenen zichtbaar is en uitslag die vooral in de voeg zichtbaar is. Vroege witte uitslag, veroorzaakt door uitbloeiïng van  zouten, sulfaten en nitrieten, wordt meestal veroorzaakt door te nat verwerken en niet beschermen van het metselwerk tegen regen of overmatige zonneschijn. Deze uitbloei is te voorkomen, door tijdens het verwerken een aantal regels te hanteren.

Vroege witte uitslag is vaak nog wel met water, of eventueel water met een reinigingsmiddel te verwijderen. Soms spoelt de uitslag met regen weg.

Cement- en kalksluier zijn venijniger

Door uitspoeling van cement of kalk uit de (verse) metsel- of voegmortel kan een cement- of kalksluier over het metselwerk komen. Deze uitslag is over het algemeen lastiger te verwijderen. De kalk in de mortel (calciumhydroxide) hoort in de voeg met CO2 te reageren. Dit proces heet carbonatatie. Doordat de calciumhydroxide niet in de voeg, maar door uitspoeling op het oppervlak van de gevel reageert met CO2 uit de lucht, vormt zich daar een laagje calciumcarbonaat, dat een bijna niet te verwijderen witte sluier vormt.

Ook voor het voorkomen van cementsluier, kalksluier en kalkuitbloeiing is de verwerking van steen en mortel onder de juiste omstandigheden zeer belangrijk: niet te nat, dus niet metselen of voegen bij regen, en het metselwerk beschermen tegen regen en felle zon. Een extra factor bij cement- en kalksluier is de baksteen. Bakstenen met een grotere wateropname lopen een groter risico op cement- en kalksluier. Eventueel kan metselwerk waarbij twijfel bestaat over het gedrag van de baksteen en het risico op cementsluier, het metselwerk vóór het verharden met een zure oplossing afgewassen worden.

Ook cement- en kalksluier kunnen verwijderd worden, hoewel dit met agressievere en zure middelen gebeurt en mogelijk ook het oppervlak van steen en voeg aantast.

Het ontstaan van uitbloeiing op baksteengevels

Het ontstaan van uitbloeiing op baksteengevels

Druipsteengrot

Je had het al niet meer verwacht en toch gebeurt het: een grijs-witte waas over de gevel die het vaakst nat wordt. Late witte uitslag, ook wel vergipsing genoemd, is wel de meest lastige verschijningsvorm, niet in de laatste plaats omdat het zo lang kan duren voordat het optreedt.

Het proces van vergipsing gaat traag, te vergelijken met het ontstaan van stalactieten en stalagmieten in druipsteengrotten. Wanneer vergipsing eenmaal begonnen is, wordt het bovendien alleen nog maar erger en is het niet of nauwelijks met water te verwijderen.

Het fenomeen vergipsing bestaat al lang, maar is pas in de laatste 15 – 20 jaar een aandachtspunt geworden, doordat het door veranderende architectuur, detaillering en kleurkeuze steeds zichtbaarder is geworden. Het is geen technisch of constructief probleem, maar het ziet er niet fraai uit.

Een complex probleem

Samen met de KU Leuven deed Vandersanden onderzoek naar de oorzaken van vergipsing van baksteen gevels. Er werd getest met muren in verschillende oriëntaties, met verschillende baksteensoorten en verschillende mortels. Hoewel vergipsing normaalgesproken een proces is dat jaren in beslag neemt, slaagden de onderzoekers erin het proces in hun laboratoria versneld te simuleren, zodat al binnen twee tot drie maanden de effecten van verschillende factoren zichtbaar werden. 

Vergipsing wordt vrijwel nooit veroorzaakt door maar één factor. Er zijn altijd meerdere oorzaken, die elkaar vaak ook nog versterken. Een calciumsulfaatsluier ontstaat vaak op de gevel, die het meest wordt blootgesteld aan de regen, is het best zichtbaar op donker of intens gekleurd metselwerk en komt vaker voor naarmate het zwavelgehalte van de mortel hoger is. Moderne mortels zijn bovendien luchtiger voor betere verwerkbaarheid en daardoor minder waterdicht. Ook de hoeveelheid water, waarmee de mortel wordt aangemaakt, is een potentiële factor.

Het aanmaken van de mortel, de aanwijzingen voor verwerking: dat zijn zaken waarover men goede voorlichting kan geven, om een deel van de problemen te voorkomen. Maar de belangrijkste oorzaken, daarop heb je als baksteenfabrikant geen invloed. Detaillering, steenkeuze en kleurkeuze zijn het domein van de architect; de samenstelling van de prefab mortels ligt bij de cementindustrie; de oriëntatie van een gevel is meestal gewoon een gegeven, en op het weer heeft helemaal niemand invloed.

Wat helpt dan wel?

De afdeling Research & Development van Vandersanden besloot nog eens goed te kijken naar het onderdeel in het vergipsingsvraagstuk waar ze wél invloed op uit konden oefenen: de baksteen. In Nederland en België is vooral de handvormbaksteen populair; vanwege de vorm, maar ook zeker vanwege hun prettige verwerkbaarheid. Doordat deze stenen water opnemen, zijn ze makkelijker te verwerken, maar zijn ze tegelijkertijd ook meer gevoelig voor vergipsing.

De bakstenen volledig waterdicht maken door ze aan alle kanten te impregneren was daarom geen optie; hierdoor zouden de stenen niet goed te verwerken zijn. Door een uitgekiend productieproces is Vandersanden erin geslaagd om de bakstenen alleen aan de vier zichtzijden te impregneren, en de boven- en onderzijde wateropnemend te laten. Zo worden twee belangrijke eigenschappen gecombineerd: een goede verwerkbaarheid en een blijvend vergipsingsvrije gevel.

Door een baksteen in water te dompelen wordt het impregneereffect duidelijk zichtbaar

Door een baksteen in water te dompelen wordt het impregneereffect duidelijk zichtbaar

Een winnende combinatie

Inmiddels worden alle Vandersanden bakstenen in de klasses IW3 en IW4 geïmpregneerd – dit zijn de stenen die ongeïmpregneerd een groter wateropnemend vermogen hebben. De impregnering bevindt zich aan de vier zichtzijden van de baksteen, met een diepte van 0,5 tot 1,2 cm. Hierdoor blijft de boven- en onderzijde voldoende water opnemend voor een goede verwerkbaarheid.

De bakstenen in de klasses IW1 en IW2 zijn meer waterdicht en vaster van structuur, waardoor het probleem van vergipsing zich hierbij sowieso niet voordoet.

“De muur doet het niet meer”?

De impregnering blijft zijn werk doen, ook wanneer het water na een maand of 3 tot 6 niet meer van het oppervlak van de steen afparelt. Onder invloed van UV-licht veroudert de geïmpregneerde laag aan de buitenzijde, maar doordat deze zo diep in de steen is doorgedrongen blijft de bescherming effectief. Vandersanden geeft daarom vol vertrouwen een garantie van 25 jaar op het uitblijven van vergipsing.

Meer weten over het voorkomen van vergipsing en uitbloei?

Vandersanden en Bruil organiseren een aantal webinars over dit onderwerp, waarvoor u zich via deze link kunt opgeven: https://my.demio.com/ref/u30S3pTXVfH8sbET

« Nieuws overzicht

NBD-Online gebruikt cookies om bepaalde voorkeuren te onthouden en af te stemmen op uw vakmatige interesse. Meer informatie