Helemaal herkenbaar en toch anders

Watertoren Zwolle mag weer gezien worden

Hoe ga je respectvol en slim om met een gebouw van cultuurhistorische waarde? Bewaren wat er is, volstaat niet, want zo’n gebouw heeft ook nieuw leven nodig. De watertoren aan de Turfmarkt in Zwolle is een perfect voorbeeld. Hierin herleeft enerzijds het historisch beeld en zorgen 21 bewoonde appartementen anderzijds voor nieuw leven. Daarom kreeg dit project de Erfgoedprijs Zwolle-Kampen. Wat er bij het project zoal kwam kijken, vertellen architect Rob Moritz (19 het Atelier Architecten), Marc Heethaar (projectleider Nijhuis Bouw) en Ben Bloeme (projectleider Kunststof Ramenfabriek Aarnink).

Samensmelting van oud en nieuw

Zo’n twintig jaar geleden kocht Nijhuis Bouw de watertoren. Moritz werd in 2004 bij het project betrokken. “Ik heb diverse ontwerpen gemaakt, o.a. voor een leisure centre en een bedrijvencentrum. In 2014 werd uiteindelijk besloten om er een woontoren met 21 appartementen te maken.” De watertoren heeft een geschiedenis. “In de jaren vijftig is uit de oude watertoren een brok metselwerk uit een kanteel gevallen dat een meisje dodelijk heeft getroffen. Daarna is de kop rond de oude watertank verwijderd. Om de resterende stomp heen is in 1960 een tienkantige schil gemetseld: de tweede toren.”

Integrale oplossing

De beide torens inspireerden Moritz tot een ontwerp dat oud en nieuw verenigt. De in 1960 gemetselde schil en de kap zijn verwijderd. Op de romp uit 1892 is een nieuwe tienkant van vijf lagen met elk drie appartementen gebouwd. In de romp zijn zes lagen aangebracht met ieder één appartement. “Elke architect krijgt bij een watertoren met hetzelfde probleem te maken: waar laat je het trappenhuis en de lift? Plaats je ze in de kern, dan blijft er weinig oppervlak over voor wonen of andere functies. Een alternatief is buiten, naast de toren plaatsen, met een doorsteek naar elke verdieping. Maar dat is lelijk.” Moritz vond een andere oplossing: “De stomp van de oude toren is gerestaureerd. De tienkantige opbouw heeft het silhouet en aanzien van de tweede toren gekregen. De dubbele huid is benut voor het integreren van de trap en de lift. Aan één kant is tot op de begane grond de toren uit 1960 weer zichtbaar; hierin zijn het trappenhuis en de lift verwerkt.”

Loft-appartementen

Slim gebruikmaken van de ruimte slim was ook het uitgangspunt bij de appartementen. “De indeling beperkt zich tot één wand en één compacte ruimte met toilet en badkamer. De rest van de ruimte kan de bewoner naar eigen smaak inrichten.” Op de vijf bovenste verdiepingen hebben de loft-appartementen de vorm van een taartpunt. “In elk van deze appartementen heb je een panoramisch uitzicht.” Voor bijzondere bewoners is ook ruimte gecreëerd, vult Heethaar aan. “In overleg met de stadsecoloog zijn in de stalen schoorverbindingen nesten voor gierzwaluwen geplaatst. En vleermuizen kunnen nestelen in speciale ruimtes tegen het bestaande metselwerk.”

Constructie-eisen

Bij de constructie van de nieuwe watertoren luisterde het heel nauw, aldus Heethaar. “De bestaande, oude constructie moest voldoende draagkracht hebben voor de vijf lagen die er bovenop zijn gezet. Daarom is onder andere het metselwerk aan de binnenkant geïnjecteerd en voorzien van een lijmbewapening. Daarnaast zijn de bovenste verdiepingsvloer en het ‘petje’ zó licht geconstrueerd, dat het gebouw geen ‘waterhoofd’ heeft gekregen en de toren jarenlang mooi blijft.” 

Niet met lege handen …

Bij een complex project als dit is het samenspel van aannemer, onderaannemers en leveranciers van groot belang. Heethaar geeft er een voorbeeld van. “Op een gegeven moment was de steiger langs het gebouw verwijderd. Dus werd afgesproken om in praktijk te brengen wat we allemaal van onze ouders hebben geleerd: nooit met lege handen naar de keuken. Als iemand naar het toilet beneden moest, dan vroeg hij bijvoorbeeld op alle verdiepingen of hij nog iets mee terug naar boven moest nemen en vice versa. Dat ging met alle partijen hartstikke goed.”

SOFTLINE 82 NL kozijnprofielen

In de appartementen van de vijf bovenste verdiepingen zijn 60 kunststof kozijnen op basis van het VEKA SOFTLINE 82 NL profielsysteem geplaatst. Als projectleider van Aarnink was Ben Bloeme hiervoor verantwoordelijk. Hij bevestigt dat partijen echt rekening met elkaar hielden: “Er was één kraan en die hebben wij van de aannemer mogen gebruiken om de kozijnen en het glas naar boven te brengen. Daarbij werd steeds een deel van de steiger, die op dat moment werd afgebroken, weer mee naar beneden gebracht. Zoiets vergt een strakke planning en goede afspraken!” Een ander voorbeeld: de toevoer van de kozijnen. “Hiervoor werd een vrachtwagen geregeld zodat onze materialen in één keer naar de bouw konden werden vervoerd.” De afspraken hebben gewerkt, concludeert Heethaar: “Het project is volgens planning binnen een jaar uitgevoerd: in juli 2017 ging de oude kap eraf en in 2018 is de nieuwe kap geplaatst.”

Icoon

De drie kijken met trots terug. Bloeme: “Het was geen alledaags project. De combinatie van oude en nieuwe elementen vroeg extra aandacht. Een uitdaging die we bij Aarnink graag aangaan.” Heethaar: “Van de bewoners, de gemeente en Zwollenaren hebben we alleen positieve reacties gehoord.” Moritz: “Het is echt een icoon van Zwolle!”

Tekst: Piet van Eijdhoven

Fotografie: John van der Meer

« Nieuws overzicht