Wat zegt het Bouwbesluit over koelceldeuren?

Op de warme redactie van NBD kwam bij een buitentemperatuur van 25°C een verfrissende vraag binnen.

Koelceldeuren zijn niet een dagelijks voorkomend onderwerp op onze redactie, en sinds die keer dat ik bij een bijbaantje tijdens mijn studententijd enige tijd onvrijwillig in een koelcel heb doorgebracht, mijd ik ze ook liever. Maar nu belde een gebruiker van NBD-Online met de vraag; “Aan welke eisen moeten koelceldeuren volgens het Bouwbesluit voldoen?”

Koelceldeur bestaat niet

In het hele Bouwbesluit 2012 komt de term “koelceldeur” niet voor. “Celdeur” wel, maar liefst één keer, in de toelichting op Artikel 6.26 Zelfsluitende deuren, maar daar was mijn vriendelijke vraagsteller niet naar op zoek. De zoekvraag werd dus een kwestie van deduceren en elimineren. Maar tenslotte is een koelceldeur ook maar gewoon een ding waarmee je een gat in een wand afsluit oftewel een deur, dus de juiste zoekingang was snel gevonden.

Gelukkig biedt het Bouwbesluit online een optie om niet relevante bouwtypen en gebruiksfuncties uit te vinken, zodat alleen relevante tekst wordt weergegeven. In dit geval kon ik in overleg met de vraagsteller type “Nieuwbouw” en gebruiksfunctie “Industriefunctie” aangevinkt laten. Een gebruiksfunctie “Opslag” wordt nergens benoemd, dus men zou kunnen beargumenteren dat een koelceldeur die dient om een opslagruimte af te sluiten buiten de eisen van het Bouwbesluit valt. Net als de spreekwoordelijke medaille heeft echter een deur ook twee zijden. En wanneer ook maar één zijde van de deur wél aan een in het Bouwbesluit benoemde gebruiksfunctie grenst, moet de deur aan de daarvoor geldende eisen voldoen.

Wat voor een deur?

Voordat je kunt bepalen aan welke eisen een deur volgens het BB moet voldoen, moet je eerst een aantal vragen beantwoorden, waarop ik op basis van de telefonische vraag niet alle antwoorden op had. Om te bepalen aan welke eisen een deur moet voldoen, moet dus eerst het volgende duidelijk zijn:

  • Soort gebouw – in dit geval een industrieel gebouw;
  • Soort ruimte in het gebouw – is het (onderdeel van) een vluchtroute of niet? Is het een gebruiksruimte?
  • Grenst de deur aan de buitenlucht of niet?
  • Soort wand waar de deur in zit – is het een dragende wand? Wordt er een brandwerendheidseis gesteld aan die wand?
Beweegbaar constructieonderdeel

Om de zaken nog verder te verduidelijken, wordt in het Bouwbesluit naast de term “deur” ook nog de term “beweegbaar constructieonderdeel” gebruikt (in Afdeling 2.7. Beweegbare constructieonderdelen). Hiermee worden echter alleen beperkingen in de plaatsing van de deur (of ander beweegbaar constructieonderdeel) bepaald, zoals de voorwaarde “dat deze geen hinder mag veroorzaken bij het vluchten door en bij het gebruik van een aangrenzende openbare ruimte”.

De onderzijde van een beweegbaar constructieonderdeel dat in een buitengevel naar buiten draait boven een weg waar auto’s, motoren en vrachtauto’s over rijden (of boven een strook van 0,6 m boven die weg) moet meer dan 4,2 meter boven die weg of strook liggen. Voor een weg die voor ander verkeer dan motorvoertuigen is opengesteld, geldt een hoogte van tenminste 2,2 meter. Het is niet waarschijnlijk, dat een koelceldeur op die hoogte in een buitengevel wordt toegepast.

Een situatie waarmee bij onze koelceldeur mogelijk wel rekening gehouden zou moeten worden is Artikel 2.51. Hinder, lid 3: wanneer de koelceldeur in geopende toestand uitsteekt in een beschermde vluchtroute, moet er een vrije doorgang langs de koelceldeur overblijven met een breedte van ten minste 0,6 m en een hoogte van ten minste 2,2 meter. Dat is echter niet een voorwaarde waaraan bij de productie van de deur voldaan kan worden, maar waarmee bij het ontwerp van het gebouw al rekening gehouden moet worden.

Waar rook is, is vuur

Wanneer een deur opgenomen is in een wand waaraan brandwerendheidseisen worden gesteld, omdat de wand onderdeel is van de draagconstructie of omdat er een vluchtroute mee wordt afgeschermd bijvoorbeeld, moet de deur-kozijn-combinatie aan dezelfde brandwerendheidseis voldoen als de wand. Of dat het geval is, is afhankelijk van de plaats van de deur in het gebouw. Bepalingen hierover zijn opgenomen in Afdeling 2.9. Beperking van het ontwikkelen van brand en rook en Afdeling 2.10. Beperking van uitbreiding van brand.

De vereiste brandklasse voor binnenwanden en buitenwanden voor verschillende gebruiksfuncties is opgenomen in Aansturingstabel 2.66, variërend van brandklasse B tot D, afhankelijk van plaats en functie. Voor binnenoppervlakken wordt alleen verwezen naar de tabel, voor buitenoppervlakken wordt voor ramen, deuren en daaraan gelijk te stellen constructieonderdelen altijd brandklasse D volgens NEN-13501-1 vereist.

Size matters…

…ook in het geval van een koelceldeur. Tenminste, wanneer de deur volgens het Bouwbesluit in een doorgang naar een verblijfsgebied, verblijfsruimte, toiletruimte, badruimte, bergruimte, buitenruimte of ruimte voor het bereiken van een lift gesitueerd is. “Aha”, denkt u nu, “een bergruimte! Nu komen we ergens!” Maar nee, daarbij gaat het in het Bouwbesluit om een afsluitbare bergruimte in een woning.

Ook hier is de gestelde eis in het Bouwbesluit afhankelijk van de plek van de deur in het ontwerp van het gebouw. Wanneer echter de deur voldoet aan de minimale eis zoals opgenomen in Aansturingstabel 4.21 bij Afdeling 4.4 Bereikbaarheid en toegankelijkheid, nieuwbouw voor Industriefunctie b, andere industriefunctie, dat wil zeggen een vrije doorgang ter breedte van ten minste 0,85 m en met een vrije doorgangshoogte van ten minste 2,30 m, voldoet de deur sowieso.

Van warm naar koud

In Hoofdstuk 5. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu, nieuwbouw wordt ingegaan op onder meer de vereiste isolatiewaarde. Ook hiervoor is een aansturingstabel, maar die gaat over inwendige en uitwendige scheidingsconstructies, niet over kozijnen, ramen en deuren. Daarvoor zijn aparte waarden aangegeven.

De voorwaarde in lid 1 “Een te bouwen bouwwerk is energiezuinig” en de bijbehorende aansturingstabel gelden echter alleen voor gebruiksfuncties waarvoor in tabel 5.1 een voorschrift is opgenomen. Staat de gebruiksfunctie niet in de tabel, dan geldt er geen voorschrift op gebied van energiezuinigheid voor. Overigens heeft de koelceldeur twee kanten en aan beide zijden van de deur bevindt zich een (gebruiks)functie. Ook hier is het dus weer afhankelijk van de plaats van de koelceldeur in het gebouw, welke thermische isolatiewaarde de deur moet hebben om aan het Bouwbesluit te voldoen.

In het Bouwbesluit wordt over ramen, deuren en kozijnen en daaraan gelijk te stellen constructieonderdelen wel het volgende gezegd:

6.

Ramen, deuren en kozijnen in een in het eerste tot en met vijfde lid bedoelde scheidingsconstructie hebben een volgens NEN 1068 bepaalde warmtedoorgangscoëfficiënt van ten hoogste 2,2 W/m².K. De gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënt van de ramen, deuren en kozijnen in de eerste tot en met vijfde lid bedoelde scheidingsconstructies van een bouwwerk is, bepaald volgens een bij ministeriële regeling gegeven bepalingsmethode, ten hoogste 1,65 W/m².K.

 

7.

Met ramen, deuren, kozijnen gelijk te stellen constructieonderdelen in een in het eerste tot en met vijfde lid bedoelde scheidingsconstructie hebben een volgens NEN 1068 bepaalde warmtedoorgangscoëfficiënt van ten hoogste 1,65 W/m².K.

Wanneer de koelceldeur dus een warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) van maximaal 1,65 W/m2·K heeft, voldoet deze dus in alle gevallen aan het Bouwbesluit.

De corresponderende R-waarde is misschien voor veel gebruikers bekender:

  • U ≤ 1,65 W/m2·K wordt R ≥ 0,6060 m2·K/W
  • U ≤ 2,2 W/m2·K wordt R ≥ 0,4545 m2·K/W

Dit is overigens niet de Rc-waarde, die van de hele constructie, maar de R-waarde van het constructieonderdeel, in dit geval een deur.

Ondertussen, bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Bij de RVO, ontstaan uit een fusie van Agentschap NL en Dienst Regelingen in 2014 en onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, wordt gekeken hoe duurzaam, agrarisch, innovatief en internationaal ondernemen gestimuleerd kan worden. In het kader van duurzaamheid zijn Maatregellijsten MJA3 opgesteld, met tips voor het verbeteren van bedrijfsprocessen op gebied van procesefficiëntie, ketenefficiëntie en duurzame energie.

Op het gebied van koelen/vriezen is daarin één procesmaatregel opgenomen, te weten een strokengordijn dan wel goed sluitende deur voor een koelcel. De maatregel komt voort uit het gegeven dat een koelcel waarvan de deur gedurende 8 uur per dag open staat, voor een behoorlijk energieverlies zorgt. Een voor de hand liggende oplossing is natuurlijk het aanspreken van de werknemers die de deur bedienen, maar ook een deurdranger kan een oplossing zijn of als alternatief een snelloopdeur. Maar op die laatste suggestie zit onze vraagsteller natuurlijk niet te wachten…

« Nieuws overzicht

NBD-Online gebruikt cookies om bepaalde voorkeuren te onthouden en af te stemmen op uw vakmatige interesse. Meer informatie